Leestijd: 2 minuten
Voorzijde Diploma Geoefend Zwemmer (Schoolzwemdiploma B)

Zoals ook op andere sportorganisaties, had de Duitse bezetting invloed op de organisatie van de zwembond. Volgens de militaire autoriteiten diende er slechts één sportorganisatie zich bezig te houden met de leiding van de zwemmerij.

Drie bonden worden één

Zo waren er in die tijd drie bonden die zich bezighielden met zwemaangelegenheden:

  1. De Nederlandse Bond tot het Redden van Drenkelingen (NBRD)
  2. De Arbeiderssportbond (NASB)
  3. De Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB).

Zij werden door het Departement van Opvoeding gedwongen besprekingen te voeren om één organisatie te gaan vormen. Het resultaat was dat de NBRD en de KNZB fuseerden tot één Nederlandse Zwem- en Reddingsbond. De Arbeiderssportbond werd toen opgeheven. Na de bevrijding werd de fusie ontbonden en konden de KNZB en NBRD weer zelfstandig bestaan.

Scheiding tussen scholieren en niet-scholieren

Er werd een scheiding gemaakt tussen scholieren en niet-scholieren. Op de diploma’s verscheen de naam Nederlandsche Zwem-en Reddingsbond (NZRB) Wie het zwemdiploma behaalde via het schoolzwemmen kreeg een diploma van het ministerie van OC & W uitgereikt, niet-scholieren ontvingen een KNZB-diploma. Er waren in deze periode 2 verschillende zwemdiploma’s:

Achterzijde Diploma Geoefend Zwemmer (Schoolzwemdiploma B)

Zwemeisen

De eisen voor het Diploma Geoefend Zwemmer (Eisen Schoolzwemdiploma B) (Vastgesteld bij beschikking van den Staten-Generaal van het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Kultuurbescherming van 28-9-1942. Afd. L. en S. No. 1672):

  1. Te water gaan met sprong van den bassinrand, onmiddellijk gevolgd door 50 meter gekleed zwemmen met den schoolslag
  2. Te water gaan met sprong van de 1-meter plank, onmiddellijk gevolgd 150 meter zwemmen, waarvan de eerste 100 meter van den schoolslag, de volgende 25 meter met den enkelvoudigen rugslag en de laatste 25 meter rugzwemmen met de handen boven water als bij vervoer van een drenkeling in kopgreep.

Diplomazwemmen na de oorlog

Na de oorlog is het diplomazwemmen bij de toenmalige ministers van CRM en O & W gebleven. De KNZB werd opnieuw belast met de uitvoering en het toezicht op het diplomazwemmen voor niet-scholieren. Het ministerie van OC & W bleef de schoolzwemdiploma’s voor zijn rekening nemen. Later mocht ook de NCS zwemdiploma’s uitgeven en kwamen er ook aparte diploma’s voor schipperskinderen. Van 1946-1984 waren er twee zwemdiploma’s (Diploma 1 en Diploma 2).

Bronvermelding

(Info deels overgenomen van Wikipedia en Gahetna)