In de 1e helft van de vorige eeuw was het heel normaal om aandelen uit te geven om geld bijeen te krijgen voor je zwemclub of voor het bouwen van een zwembad. Bekendste voorbeelden zijn de aandelen die uitgegeven zijn voor het bouwen van de vele Sportfondsenbaden in ons land.
Over de Halfwegsche Zwemvereeniging en Reddingsbrigade (HZR) is online niet erg veel terug te vinden. Wel is er een krantenbericht van 7 augustus 1935, waarin activiteiten rond het 10-jarig bestaan worden aangekondigd. De vereniging moet daarom logischerwijs zijn opgericht in 1925. Helaas is over de aandelenuitgifte en de aanleiding ervan niets terug te vinden.
Uiteraard werd er gezwommen. Dit gebeurde waarschijnlijk in de kom van suikerfabriek Holland (1929) in de Ringvaart. Op 2 juni 1933 opent zweminrichting Halfweg aan de Verlengde Marialaan in Zwanenburg, waarmee een langgekoesterde wens van de club in vervulling ging.
In verschillende krantenberichten uit begin jaren ’30 is er sprake van subsidie van ƒ 50,- per jaar. De raadsvergadering van Halfweg besloot de subsidie te stoppen toen in 1934 bekend werd dat de vereniging gelegenheid gaf tot gemengd zwemmen. In veel Nederlandse zwembaden zou het gescheiden zwemmen tot ver na de Tweede Wereldoorlog gehandhaafd blijven.
Naast HZR is er in Halfweg ook de Zwem- en Poloclub Halfweg. In 1943 besluiten de clubs te fuseren. De polozaken bleven echter behartigd door het bestuur van de Poloclub. Wel dienden alle leden lid te worden van HZR.
Hierbij een verslag uit de Nieuwe Haarlemsche Courant van 2 oktober 1926
HALFWEG.
De Halfwegsche Zwemvereniging en Reddingsbrigade. Nadat op verzoek van de afdeeling Halfweg-Zwanenburg van Volksonderwijs de heer Meijerink uit Haarlem in het vroege voorjaar van 1925 te Halfweg een lezing over het zwemmen en zwemmend redden was gehouden, werd de Halfwegsche Zwemvereniging en Reddingsbrigade ongericht. Er gaven zich pl.m. 20 personen óp als lid. Het bestuur werd na gehouden verkiezing vastgesteld als volgt: Dr. Kuipers, voorzitter; R. C. van den Bosch, secretaris; J. Brizeé, penningmeester; H. Kuiper en J. Bongers, commissarissen. De vereeniging was er, maar zwemwater of een zweminrichting niet. Na verschillende plannen overwogen te hebben viel het oog op de veenpolders aan den Osdorperweg. Toen werd een zeer primitief hokje gebouwd van wat rietmatten en konden geoefende zwemmers althans een bad nemen.. Dit gaf zooveel animo, dat in 1925 het ledenaantal steeg tot pl.m. 120. Er werd door het bestuur steun gevraagd aan de gemeenten Haarlemmerliede c.a. en Haarlemmermeer. Alleen Haarlemmerliede gaf een crediet tot het aanschaffen van reddingsmateriaal. Daardoor konden dreggen worden geplaatst aan; 1.Station Rijksstraatweg (Haarlemmermeerspoor); 2. Liebrug; 3. Raadhuis; 4. Café Cornelissèn; 5. café Greeven; 6, café ~De Keizerskroon”; 7. suikerfabriek „Holland,” terwijl aan de Liebrug en de boezembrug te Halfweg een reddingsbaak werd aangebracht. In den winter van 1925 —1926 vergaderde het bestuur veel, om plannen van uitbreiding in elkaar te zetten. Met machtiging van de leden werd een rentelooze leening van f 1000, verdeeld in 400 aandeeltjes van f 2.50, uitgegeven om aan geld te kortten, voor eene behoorlijke inrichting. Met die leening ging het niet zoo vlot, zoodat nog pl.m, 125 aandeeltjes te plaatsen zijn.
Niettegenstaande dit, werd er in 1926 tóch uitgebreid in dien zin, dat er 20 kleedhokjes werden gebouwd en tevens een ondiep bassin in 2 afdeelingen. Een stuk grond werd gehuurd en een vaste badmeester aangesteld.
De badmeester en een drietal dames gaven aan niet-geoefende zwemmers onderricht. Al meer en meer personen kwamen zich als lid onzer vereeniging aanmelden. Een groot getal liet zich inschrijven toen in Juni 1926 de Amsterdamsche Reddingsbrigade een zeer geslaagde demonstratie gaf in het zwemmen en het zwemmend redden inde kom van de suikerfabriek. Vele dames en kinderen begonnen dit jaar de zwemsport te beoefenen en het bestuur meende, dat onderlinge wedstrijden konden worden gehouden. Dit geschiedde dan ook in Augustus j.l. Er was veel belangstelling en het bestuur werd bijgestaan door enkele leden om de wedstrijden in goede banen te leiden. De wedstrijden bestonden in 100 M. schooldag, 100 M. rug en 400. M. snelzwemmen, 50 M. …zwenmen enz. In September jl. werd zoogenaamd afgezwommen. Het bestuur werd voor beoordeeling bijgestaan door den heer. Van Geemen uit Amsterdam. De proef bestond uit 100 M. schoolslag, 50 M. rugzwemmen en 50 M. geheel gekleed zwemmen. Geslaagd zijn 34 damesleden en 14 heerenleden. Daar 90% van deze leden in het voorjaar 1926 niet konden zwemmen, is dit succes wel groot te noemen. Aan het eind der proeven werd een aardige pantomine te water gespeeld, welke de lachspieren nog al in werking bracht. Thans telt de vereeniging pl.m. 475 leden.
Zoo ooit, dan heeft deze vereeniging laten zien dat het voor Halfweg e.o. een behoefte was een zweminrichting te bezitten.
De wintertijd zal worden gebruikt om uitbreidingsplannen m elkaar te zetten en uit te voeren. Het bestuur hoopt op de medewerking van de particulieren te mogen rekenen, maar vooral op financieelen steun van de gemeenten Haarlemmerliede c.a., Haarlemmermeer en Amsterdam, aangezien het een en ander met de volksgezondheid samenhangt.’ .
bron Nieuwe Haarlemsche Courant 1926 2 oktober
Mooie aanvulling Leo. Dank je wel!