Leestijd: 14 minuten
Voorzijde boek

Ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan van de Rotterdamsche Dames-Zwemclub (RDZ) verscheen deze jubileumuitgave. Het boekje bevat bijdragen van verschillende vooraanstaande personen uit de sport- en zwemwereld en een interessant historisch overzicht van 20 jaar RDZ.

Achterzijde boek met logo RDZ

Wat direct opvalt is de prachtige, professionele vormgeving en het grote aantal foto’s. Samen met de tekst vormen zij een mooi tijdsbeeld, alleen al omdat de scheiding van dames- en herenzwemmen inmiddels al vele 10-tallen jaren verleden tijd is.

Op dit moment wordt deze titel gedigitaliseerd voor de Koninklijke Bibliotheek in het kader van Metamorfoze. De hier geplaatste foto’s komen uit het boekje, mits anders vermeldt. Het is onbekend wie de foto’s heeft gemaakt.

Inleiding

De eerste pagina’s van het boekje zijn gewijd aan een voorwoord door de feestcommissie. Dit wordt voorafgegaan door een overzicht van het huidige bestuur, de ere-leden, leden van verdienste en de feestcommissie.

Ik zal de bijdragen van de verschillende hoogwaardigheidsbekleders kort aanstippen. Vervolgens zal ik uitgebreid ingaan op het historisch overzicht van 20 jaar RDZ.

Bijdragen

Mw. J.E. “moeder” Triebels-Koen (uit: De Zwemkroniek 1888-1938: 50 jaar KNZB)

Een indrukwekkend aantal hoogwaardigheidsbekleders leverde een bijdrage aan deze jubileumuitgave:

De heer Kan stipt aan dat vrouwen bij veel sporten dan wel minderwaardig zijn aan mannen, maar dat dit in de zwemsport in ons land wel anders is. Als bewijs refereert hij aan de recente daden van de Olympische zwemsters. Schimmelpenninck van der Oye komt tot dezelfde conclusie.

C.F. Kellenbach (uit: De Zwemkroniek 1888-1938: 50 jaar KNZB)

NZB-voorzitter Kellenbach prijst de rol van RDZ bij de bloei van onze zwemsport en geeft aan dat dit hoge eisen stelt aan het RDZ-bestuur. In haar rol als voorzitster van de HDZ is mevrouw Triebels erg blij met de altijd weer prettige samenwerking tussen beide clubs. Twintig jaar geleden was HDZ de enige dameszwemclub in ons land. Triebels is blij dat RDZ mede tot stand is gekomen door de propaganda-activiteiten van HDZ.

Langelaar geeft aan dat jubilea in de zwemwereld aan de orde van de dag zijn, omdat er inmiddels veel zwemverenigingen zijn. Onmogelijk om iedereen te feliciteren, maar voor RDZ maakt hij graag een uitzondering. RDZ is oudste dameszwemvereniging van Rotterdam en Zuid-Holland. Bovendien verricht zij veel goed propagandawerk met het organiseren of meewerken aan zwemdemonstraties. Inmiddels heeft RDZ in Nederland een belangrijke plaats en blinken de leden uit in vrijwel alle takken van de zwemsport.

De heer Blitz tenslotte beperkt zich op verzoek tot het (dames)waterpolo. Juist in dit jubileumjaar heeft RDZ het Nederlandsche Waterpolo Kampioenschap behaald, een kroon op het vele werk. Waterpolo wordt in ons land zeer veel door dames beoefend, zeker in vergelijking met andere landen. De club van Moeder Triebels was de eerste in Nederland die zich toelegde op waterpolo.

Toch is Blitz bezorgd over de vooruitgang van het dameswaterpolo. Tactiek en balhandigheid zijn factoren, die onze jonge speelster te weinig kennen. Aanraking met buitenlandse teams zou van nut zijn, maar alleen in Engeland wordt het dameswaterpolo serieus beoefend. En internationale wedstrijden kosten natuurlijk ook veel geld.

Aan onze leden en andere vrienden

Mevrouw Wijckhuise besproeit met een gieter haar bloemen in de tuin. (foto 1932, bron: Geheugen van Nederland/Spaarnestad Photo)

Mw. P. van Wuijckhuise-Groen, presidente van RDZ, kijkt in haar bijdrage allereerst terug op de succesvolle eerste 20 jaar, maar werpt vooral ook een blik in de toekomst. Zwemmen is voor alles iets nuttigs. De belangrijkste taak voor de zwemverenigingen blijft daarom altijd de propaganda.

Van Wijckhuijse geeft vervolgens aan dat het bestuur geen ledenaantal te groot acht. De vereniging is de laatste jaren gegroeid en dat heeft het karakter wel enigszins veranderd. De leden moeten echter altijd vooral voor ogen zien dat zij tot één grote familie behoren.

Wedstrijden ziet zij als bevordering van de zwemkunstbeoefening. Successen van clubleden bij die wedstrijd zijn weer een aanmoediging voor jonge leden en kunnen nieuwe aspiranten aantrekken om zwemmen te gaan leren.

RDZ is in het bezit van een aantal goede wedstrijdzwemsters en wil deze ook voor de toekomst graag behouden. Dit is niet vanzelfsprekend, want ook bij onze zusterverenigingen wordt hard gewerkt. Maar met een sterke of minder sterke ploeg, steeds moet het doel: bevordering van de zwemsport, ons voor ogen staan. Daarbij hopen wij op de steun van onze leden.

Historisch overzicht 1913-1933 der zwemvereeniging de RDZ

Bij het schrijven van een gedenkboekje hoort natuurlijk een historisch overzicht. Toen de samenstellers echter in het archief gingen snuffelen, kwamen zij erachter dat van de eerste levensjaren van de vereniging zo goed als niets terug te vinden was. Daarop zijn verschillende oud-leden bezocht, om informatie over deze eerste jaren in te winnen.

De vereniging werd op 26 februari 1913 opgericht op initiatief van de dames Schuwirth, van Angeren en Groeneveld (zie foto) in navolging op de reeds lang bestaande herenzwemvereniging RZC. Op 29 augustus 1913 ontving de vereniging Koninklijke goedkeuring en een jaar later sloot RDZ zich aan bij de NZB.

De vereniging stelde zich tot doel het zwemmen onder de dames te bevorderen. Zij trachtte dit doel te bereiken met het geven van demonstraties in de verschillende Gemeentelijke zweminrichtingen. Deze demonstraties hadden succes, want het ledenaantal steeg van 20 leden in 1913 tot 80 leden in 1915. Inmiddels zijn er ruim 500 leden.

Internationale zwemwedstrijd ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van RDZ (uit: Rotterdamsch nieuwsblad van 5-2-1923)

Tegenwoordig is zwemmen gemeengoed en daarom hebben zwemverenigingen het nu veel gunstiger. Het wordt ook op veel scholen als leervak onderwezen. Intense propaganda is dan ook niet meer nodig. Zwemmen is niet meer een voorrecht voor alleen de heren.

In 1918 overleed onze presidente mw. A.H. Bongers-De Hoog, die een grote steun was bij de groei van de nog jonge vereniging. Langzaamaan gaat RDZ ook de zwemwedstrijdsport doen. In de loop van de jaren neemt dit onderdeel een steeds belangrijkere plaats in. De RDZ verandert langzaam van propagandavereniging in sportvereniging. Ook waterpolo werd al spoedig een vast onderdeel bij RDZ. In 1919 werd een waterpolocommissie opgericht.

Het pad ging zeker niet altijd over rozen, maar geconstateerd kan worden dat RDZ uit elke inzinking weer krachtiger naar boven kwam. In 1921 was RDZ zelfs de meest bloeiende zwemclub in Nederland. Juist in tijden van tegenspoed leert men ook de ware clubleden kennen. Eén naam moet in dit kader zeker gememoreerd worden en dat is mw. H. de Haaff, die 10 jaren onafgebroken als bestuurslid heeft gefungeerd. Zij heeft RDZ in de moeilijkste tijden van haar bestaan de juiste weg gewezen.

Sinds het luisterrijke 2e lustrum in 1923 ging het met de vereniging steeds in een stijgende lijn. Het ledenaantal nam gestaag toe en met recht mag RDZ zich nu tot één van de grootste dameszwemverenigingen beschouwen. Deze stijgende lijn geldt ook voor de wedstrijdtak, die regelmatig successen viert in zowel binnen- als buitenland.

Receptie 20-jarig bestaan RDZ op 25-02-1933 (uit: Het Vaderland : staat- en letterkundig nieuwsblad van 26-02-1933)

In 1927 sloot RDZ zich aan bij de Zwembond van Rotterdam en Omstreken. In 1928 moesten de statuten worden gewijzigd vanwege wijzigingen in de reglementen en reorganisatie van de NZB. Deze wijzigingen zorgden ook voor een gewijzigde administratie en dat was geen sinecure. Er dient dan ook hulde te worden gebracht aan de huidige secretaresse mw. F.L.A. Suttorp-v.d. Berg.

Wij zijn nu aangekomen in het jaar 1933. De vereniging telt ruim 500 leden. Zij is op dit ogenblik recordhoudster van alle in Nederland officieel erkende estafettenummers en haar leden hebben beslag weten te leggen op:

  • de Nederlandsche Kampioenschappen voor Waterpolo 1e klasse
  • Waterpolo 2e klasse
  • de kampioenstitel van alle estafettes
  • 100 m. vrije slag
  • 200 m. schoolslag
  • schoonspringen.

Het algemene gedeelte sluiten wij hiermee af. Vervolgens gaan wij door met de meer bijzondere, om te beginnen met:

Het Bestuurscollege

De dames die het initiatief namen voor de oprichting van RDZ maakten ook deel uit van het bestuur van de vereniging. In de loop der jaren hebben vele malen bestuurswisselingen plaatsgevonden. De bestuurders hebben steeds geheel belangeloos de vaak moeilijke taak op zich genomen. In het boekje wordt volstaan met een chronologisch overzicht van alle functionarissen.

De wedstrijdzwemsport en de RDZ

In het algemene overzicht werd al gesproken over de steeds belangrijker wordende taak van de wedstrijdsport. Daarom verdient dit belangrijke onderdeel een afzonderlijk gedeelte. Het gaat te ver om alle wedstrijden te vermelden. We doen daarom een greep uit de voor RDZ meest belangrijke.

Vergelijk de vermelde tijden bij de prestaties niet met het heden. Inmiddels is er zoveel verbeterd, dat de omstandigheden geheel anders zijn. Eerst kende men alleen de schoolslag en de zijslag. Geleidelijk kwam het tot de Spaanse slag en via de Australische crawlslag tot de Amerikaanse crawlslag. De verminderde weerstand en verdere perfectionering van laatstgenoemde zwemwijze zorgen voor steeds weer een daling van de wedstrijdtijden.

Niet alleen in de zwemslagen is vooruitgang geboekt; ook bij het starten met een sprong en het keren met een vast keerpunt. Vroeger werd gestart met een liggende houding in het water vanaf een losse boei en ook het keerpunt werd genomen door zwemmen om eenzelfde boei.

RDZ is voor de 1e maal met succes op een wedstrijd uitgekomen in 1916 in Zeist, waar het nummer popduiken werd gewonnen door Mej. Verweijmen. Door onervarenheid duurde het daarna nog enkele jaren, voor er in 1919 een succesvolle periode aanbrak.

Op langebaanwedstrijden werd gewonnen door mej. J. van Wieringen (thans mw. Scheerder) en mej. Stouthart (thans mw. Van Wieringen), terwijl adspirant Truus Klapwijk op diverse kortebaanwedstrijden successen behaalde. Ook werden in dit jaar mej. J. van Wieringen en Truus Klapwijk Nederlands kampioen op verschillende afstanden. In de volgende jaren werden er nog veel meer titels bemachtigd. Teveel om op te noemen.

Naast de verschillende individuele successen veroverde RDZ in 1921 ook als vereniging een kampioenstitel en wel op de estafette 4 x 50 m. vrije slag. De dames A. Treffers, C. Broer-Withaar, J. van Wieringen en G. Klapwijk wisten daarna nog menig succes te boeken.

In 1924 behaalde RDZ voor het eerst het Nederlands Kampioenschap bij het waterpolo. In 1925 werd deze titel geprolongeerd. In 1926 wist Truus Klapwijk op de 1500 m. de records van 6 tussenliggende afstanden op haar naam te zetten. In 1927 verbeterde mw. W. den Turk het Europees- en wereldrecord op de 100 m. rugslag. Tot op heden is zij de enige wereldrecordhoudster van RDZ.

Na enige stilstand volgde er in 1929 een nieuwe glorietijd voor RDZ. In dat jaar werden er 5 kampioenstitels in de wacht gesleept. Cor van Gelder (thans mw. De Groot) evenaarde in dit jaar de het wereldrecord op de 200 m. schoolslag.

Vervolgens deden 2 leden een succesvolle poging om de Zuiderzee (IJsselmeer) over te steken. Verschillende RDZ-zwemsters ontpopten zich als uitstekende langeafstandzwemsters. De 3 km. wedstrijd in de Delfhavensche Schie werd 6x gewonnen door Truus Klapwijk. Zij kwam daarmee definitief in het bezit van de Miss Blanche wisselbeker. Naamgenoot Truus Baumeister veroverde in Zutphen een wisselbeker door 2x de 8 km. wedstrijd te winnen.

In 1931 kwam RDZ in het bezit van de In memoriam Hendrik van Essen beker als gevolg van een groot aantal successen tijdens de Nationale Kampioenschappen. Ook zorgde RDZ voor een enorme recordverbetering op de 4 x 100 m. vrije slag.

Ook in 1932 bewees RDZ dat zij tot één van de grootste en sterkste verenigingen behoorde. Er waren zeer veel successen bij vele wedstrijden. Met niet minder dan 6 van de 9 kampioenstitels werd het bezit van de In memoriam Hendrik van Essen beker geprolongeerd.

Daarnaast werd de Turmac-wisselbeker veroverd door het behalen van de meeste punten met de estafettenummers. In hetzelfde jaar werd ook nog de titel Waterpolokampioen in de 1e klasse aan de successen toegevoegd. Meer informatie over de waterpoloprestaties staan in een apart hoofdstuk vermeld.

De successen gingen maar door. De RDZ-dames brachten alle etafetterecords op hun naam en het adspirant-lid Willy den Ouden zorgde voor de 2e Europese titel door de 100 m. vrije slag in 1 min. 7 en 2/5 seconde te zwemmen, een buitengewone prestatie. Al deze successen brachten ook de grootste voldoening bij alle betrokkenen achter de schermen.

Als laatste moet nog vermeld worden dat RDZ niet alleen uitkwam op talloze wedstrijden die door zusterverenigingen werden uitgeschreven. Ook organiseerde zij elk jaar nationale wedstrijden, die zelfs soms ook internationale wedstrijden werden.

Het waterpolo

Vanaf 1915 werd het polospel al door een aantal leden beoefend. Reeds in 1916 werd deelgenomen aan de competitie van de NZB, zonder dat er al direct sprake is van mooie resultaten. Oefening baart echter kunst, zodat in 1920 al een 2e plaats in de competitieranglijst werd ingekomen. Tevens werd in dat jaar met een 2e zevental aan de competitie meegedaan.

In 1924 brengt dan eindelijk na 8 jaar competitie het grote succes op waterpologebied. Het 1e team veroverde ongeslagen de hoogste titel; kampioen van Nederland in de 1e klasse dames. Het daarop volgende jaar werd deze titel geprolongeerd.

Enkele dames uit het team gaan in 1927 in training voor de Olympische Spelen en mochten daarom niet meer deelnemen aan waterpolowedstrijden. Als gevolg hiervan kon RDZ haar kampioenschap niet prolongeren. Wel nam het aantal speelsters toen, zodat er in 1926 een 3e team kon worden opgesteld. Dit 3e team speelt vanaf 1927 mee in de competitie van ZR & O.

De jaren daarna zal RDZ in de dames van HZ&PC steeds haar meerdere moeten erkennen, maar 1932 werd onder de bezielende leiding van mw. Suttorp wederom een kampioensjaar (zie foto). Een mooi kado voor het 20-jarig bestaan van onze vereniging. Het 2e zevental wist kampioen te worden in de 2e klasse.

De RDZ op het gebied van de internationale zwemsport

Ook op internationaal vlak stonden de dames van RDZ hun mannetje. De zwemsters zijn op verschillende wijzen met buitenlandse zwemsters in aanraking gekomen. Allereerst als officiële afvaardiging als vertegenwoordigsters van Nederland bij internationale wedstrijden in binnen- en buitenland. Ten tweede door contacten met verenigingen zelf in het buitenland in de vorm van bijvoorbeeld een tournee.

Aan een demonstratie waterpolo op de Olympische Spelen van 1920 in Antwerpen verleenden de RDZ-leden A. Treffers en G. Klapwijk hun medewerking.

In 1922 was het voor de eerste maal dat 2 RDZ-dames, Annie Treffers en Truus Klapwijk, Nederland vertegenwoordigden op de semi-Europese Kampioenschappen in Monaco. Truus Klapwijk behaalde hierbij 1e plaatsen op de 100 m. rugslag en bij het schoonspringen. De beide dames maakten ook deel uit van de waterpoloploeg die eveneens eerste werd.

In 1924 kwam Truus Klapwijk uit op de Olympische Spelen in Parijs. Er waren hier echter geen grote successen door de algemene suprematie van Amerika. In 1926 deden C. van Gelder, W. den Turk, A. Treffers en G. Klapwijk mee aan de landenwedstrijd tegen Duitsland, waar verschillende 1e plaatsen werden behaald.

In 1927 namen Mej. Den Turk en Klapwijk deel aan de Europese Kampioenschappen in Bologna. Den Turk werd 1e op de 100 m. rugslag, Klapwijk werd 3e bij het schoonspringen en beide dames werden 2e met de estafetteploeg.

In 1926 deden C. van Gelder, W. den Turk, A. Treffers en G. Klapwijk mee aan de landenwedstrijd tegen Duitsland, waar verschillende 1e plaatsen werden behaald.

1928 was het jaar van de Olympische Spelen, waaraan de leden W. den Turk, C. van Gelder en G. Klapwijk deelnamen. Dan is er een sprongetje naar 1931, waar de zwemsters T. Baumeister, W. den Ouden en G. Klapwijk deelnamen. Eerstgenoemde dames namen deel aan de estafette, waarbij de 1e plaats werd behaald. Den Ouden haalde een 2e plaats op de 100 m. vrije slag.

In 1932 waren de Olympische Spelen in Los Angeles. Willy den Ouden behaalde hier een 2e plaats op de 100 m. vrije slag. Mw. Van Wuijkhuise maakte deel uit van de leiding van de Nederlandse ploeg.

De leden van de RDZ zijn vele malen op wedstrijden in het buitenland uitgekomen en hebben ook een aantal malen buitenlandse gasten op haar eigen wedstrijden mogen begroeten. Hieronder volgt een beknopt overzicht.

De allereerste buitenlandse uitnodiging was in Duitsland in 1923. In 1924 maakte RDZ een tournee door West-Duitsland, waar binnen 10 dagen aan 5 wedstrijden werd deelgenomen en maar liefst 50 prijzen werden behaald.

In 1925 werd in Düsseldorf een fraaie wisselschaal gewonnen. Dit werd in 1930 herhaald. In de loop van de jaren nam RDZ ook nog deel aan wedstrijden in o.a. Brussel, Berlijn, Antwerpen, Brugge, Duisburg, Keulen, Aken, Gelsenkirchen, Ruhrort, Londen en Kopenhagen. Vrijwel altijd werden er mooie resultaten behaald.

Slotwoord

In het slotwoord worden de verschillende personen bedankt die een bijdrage hebben geleverd aan dit boekje. Voorts volgt er een opsomming van RDZ-kampioenen en de RDZ-recordslijst. Ook is er een pagina ingeruimd met Momenten om nooit te vergeten, in een vorm die tegenwoordig als Wist u datjes bestempeld zou worden.

Als afsluiting van het boek een nagekomen bericht: Op vrijdag 10 februari 1933 vestigde Willy den Ouden een nieuw Europees record op de 100 m. vrije slag tijdens internationale zwemwedstrijden in Kopenhagen. Zij zwom een tijd van 1.07.4. Daarnaast was er een 1e prijs voor Gré Brouwers op de 100 m. schoolslag en bij het reddend zwemmen.

Opheffing van RDZ

De Rotterdamsche Dames Zwemclub heeft nog behoorlijk lange tijd bestaan. Eind jaren ’60, met een ledenaantal van een kleine 300, lijkt het einde van RDZ in zicht. Er is te weinig badwater beschikbaar. Het water staat de vereniging aan de spreekwoordelijk lippen.

Inmiddels was ook de tijdgeest ook heel anders. Gescheiden zwemmen was niet meer actueel. Uiteindelijk kwam het per 1 januari 1970 tot een fusie met de Rotterdamse Zwemclub en De Maas onder de nieuwe naam Zwemvereniging Rijnmond. Dit bleek al snel een succesvolle zet, hoewel het probleem van voldoende zwemwater nog altijd aanwezig was.