Dit artikel is ook gepubliceerd het het waterpolomagazine ManMeer van september 2021
Met brons op de Olympische Spelen van 1948 begint een periode waarin de Nederlandse herenwaterpoloërs tot de absolute wereldtop behoren. De populariteit van waterpolo neemt een hoge vlucht en jarenlang is het nationale zevental vrijwel onverslaanbaar. Helaas lukt het ze door omstandigheden niet om hun favorietenrol op de Olympische Spelen van 1952 om te zetten in goud. Een kleine geschiedenis van een vergeten waterpolotijd waarin de herkomst van een cartoon van het Olympisch zevental van 1952 een bijzondere rol speelt.
Gouden waterpolotijden
Na de Tweede Wereldoorlog zit het Nederlandse waterpolo al snel in de lift. Het eerste succes dat onder leiding van bondscoach Frans Kuijper en teamleider Ben Planjer wordt behaald, is een derde plaats op de Olympische Spelen van 1948. Deze presentatie wordt slecht éénmaal in de geschiedenis herhaalt: In 1976 worden de waterpolomannen derde tijdens de Olympische Spelen in Montreal. Aan de basis van dat succes staat de afgelopen week overleden bondscoach Ivo Trumbic.
Over dit succes uit 1948 meent de Volkskrant: “Dat was een ongedacht succes voor de polospelers, een succes dat Nederland nog nimmer heeft weten te behalen.” De krant vervolgt: “Dit resultaat is voor een groot deel te danken aan de jarenlange onvermoeide pogingen van trainer Frans Kuijper, De laatste wedstrijd in de eindronde – tegen Italië – verloren de Nederlanders met 2-4. Hierdoor verkregen de Italianen het goud en de Hongaren, die de Belgen met 3-0 versloegen, het zilver.”
- Derde plaats voor het Nederlandse waterpoloteam op de Olympische Spelen van 1948, achter Italië en Hongarije (De Nederlander van 10 augustus 1948)
- Het Nederlands zevental bij thuiskomst op het perron in Utrecht na het toernooi om de Trefeo Italia in 1949. Zittend v.l.n.r.: Kees Vis, Ruud van Feggelen en Frits Smol. Staande v.l.n.r.: Frans Kuijper, Dick van Rijn, Joop Cabout, Joop Rorner, Cor Braasem, August Sabel, Hans Stam, Theo Smael, Gerrit Bijlsma en Max van Gelder, dragende “Boero”, die ons geluk bracht (uit: Rondom de Trofeo Italia)
Trofeo Italia
Het jaar daarop neemt Nederland deel aan Trofeo Italia; het toernooi waarbij de zes sterkste landen van Europa (en tevens van de wereld) tegen elkaar strijden. Onze waterpolomannen verrassen hier vriend en vijand door het toernooi, ook wel aangeduid als het officieuze Europese kampioenschap, ongeslagen te winnen. Na afloop schrijven aanvoerder Cor Braasem en medespeler Gerrit Bijlsma het boekje Rondom de Trofeo Italia, over de belevenissen van de ploeg voor, tijdens en na het toernooi. Vijf jaar geleden schreef ik hierover al een artikel dat je hier kunt lezen.
Met Hollandse nuchterheid relativeert Braasem de overwinning in een interview met Het Vrije Volk: “We hebben natuurlijk wel een beetje geluk gehad. Het heeft ons in het toernooi meegezeten. Door de loting in de eerste plaats. Italië, de favoriet, kregen we al in de eerste wedstrijd. En we versloegen ze door snelheid en dankzij de leiding van de Zweed Zukerman, die zich door niets van de wijs liet brengen.” Braasem vervolgt: “Ik geloof niet dat we hen in de laatste wedstrijd hadden kunnen bedwingen. Trouwens, als Zukerman de leiding van de wedstrijd Italië- Nederland niet gehad had, dan had ik er werkelijk een hard hoofd in gehad.”
- Tijdens een bijeenkomst georganiseerd door het Bondsbestuur van de KNZB op 15 oktober 1949 ontvangt Frans Kuijper uit handen van aanvoerder Cor Braasem als dank voor zijn grote inzet een grote cartoon met daarop de zegevierende Nederlandse waterpoloploeg en hun verliezers (Zwemkroniek nr. 41 van 21 oktober 1949)
- Een welverdiende lik voor oefenmeester Frans Kuijper van het Nederlandse zevental, hem aangeboden door de KNZB-voorzitter Jan de Vries, waarbij de teamleider van het zevental, Ben Planjer, likkebaardend toekijkt (De Telegraaf van 17 oktober 1949)
Europese kampioenschappen
In 1950 worden de Europese kampioenschappen gehouden in Wenen. De organisatoren hebben verzuimd om de winst van de Nederlandse ploeg bij de Trofeo Italia mee te wegen in de indeling van de competitie. Ze gaan uit van resultaten bij de Olympische Spelen van 1948.
Alleen de eerste wedstrijd tegen Zweden, de latere nummer twee, wordt met minimaal verschil verloren. Het statische waterpolo met de talloze spelonderbrekingen is ingeruild voor een veel dynamischer en sneller spel, dat bovendien aantrekkelijker is voor het publiek. Deze nieuwe spelwijze wordt prima opgepakt door de Nederlandse ploeg. Ondanks het moeilijke begin overklassen de mannen de andere zes deelnemers volledig.
Nederland wordt al voor het einde van het toernooi voor het eerst Europees kampioen waterpolo, een prestatie die nooit meer zal worden herhaald. De Zwemkroniek, het tijdschrift van Zwembond KNZB, bericht na 9-4 winst tegen Italië: “Het bad staat op z’n kop, de Hollanders slepen Frans Kuijper van de tribune en daar gaat hij: in het water. Allemaal feliciteren we elkander; er wordt machtig veel gezoend, maar verschillende Italianen, die ook komen gelukwensen, verbazen zich er over, dat de mannen dit zoenen niet onder elkaar doen.”
- Bondscoach Frans Kuijper in actie tijdens het Europese kampioenschap van 1950 (Zwemkroniek nr. 36 van 13 september 1950)
- Het Nederlands zevental, Europees kampioen 1950 in Wenen. V.l.n.r. achterste rij: Frans Kuijper, Frits Smol, Ruud van Feggelen, Nijs Koorevaar. Voorste rij: Gerrit Bijlsma, Hennie Ketelaar, Max van Gelder en Cor Braasem (uit: Planjer’s zwemherinneringen)
Italiaans oefentoenooi
In 1951 zijn er geen belangrijke internationale toernooien. Wel wordt Nederland uitgenodigd om van 27 tot en met 30 september deel te nemen aan een toernooi in Italië, waaraan de eerste vier van het Europees kampioenschap zullen deelnemen. Die uitnodiging wordt graag geaccepteerd. De mannen reizen per vliegende autobus, zoals Ben Planjer het verwoordt, naar Rome. Als echt toeristen bezoeken de waterpoloërs de verschillende toeristische trekpleisters zoals het Colloseum en de Trevi-fontein.
Maar er moet ook worden gewaterpoloëd. De eerste wedstrijd tegen Zweden wordt met een uitslag van 11-1 een regelrechte walk-over. Na een busrit met als hoogtepunt een bezoek aan de Sixtijnse kapel vertrekken alle teams met de trein naar Napels. De volgende dag spelen onze mannen een uiterst zwaarbevochten wedstrijd tegen een hard en gemeen spelend Joegoslavië. Deze wedstrijd eindigt in een gelijke stand: 4-4. Daarna ontspannen onze mannen in de prachtige omgeving en brengen ze een bezoek aan het eiland Capri.
Tegen Italië wordt de beslissende wedstrijd om de toernooizege gespeeld. Mede door het gebrek aan training blijken de Italianen te sterk te zijn. Hoewel Nederland na achter te hebben gestaan zich telkens terug vecht, wordt de wedstrijd uiteindelijk verloren met 8-6 en gaat de toernooiwinst naar het ongeslagen Italië.
Hoewel het jammer is dat hiermee een reeks van overwinningen wordt onderbroken, ziet Het Parool toch een lichtpuntje: “Het zal voor onze ploeg een prikkel te meer zijn zich met nog grotere energie voor te bereiden op de Olympische Spelen, omdat zij thans ervaren heeft dat zelfs een zo oppermachtig Nederlands zevental kan verliezen.”
De Olympische Spelen van 1952
In het Planta-album van de Olympische Spelen 1952 schrijft Cor Braasem over de Nederlandse deelname aan het waterpolotoernooi: “Nederland is een week lang waterpologek geweest. Als er op een gegeven moment tienduizend mensen op de Dam, in het hartje van onze hoofdstad, naar een reportage van een waterpolowedstrijd staan te luisteren, als de Amsterdamse effectenbeurs een half uur is gesloten, omdat niemand Dick van Rijns verslag van de strijd tegen Rusland wil missen en als tenslotte Koningin Juliana, terugkerend uit Frankrijk, uit de trein stapt met de vraag op de lippen: “Hoe heeft de Nederlandse waterpoloploeg het gedaan?”, aarzel ik niet te zeggen, dat waterpolo in deze week in het leven van de Nederlanders een plaats heeft ingenomen, die voor onmogelijk werd gehouden.”
De oorzaak van deze enorme belangstelling is het feit dat het Nederlandse team enorm onrecht is aangedaan. Een eerlijk gewonnen wedstrijd tegen Joegoslavië wordt op onjuiste gronden ongeldig verklaard en dat terwijl juist deze wedstrijd cruciaal is om later in het toernooi eremetaal te behalen. Protesten van chef de mission Karel Lotsy, Waterpoloboard member, hoofd-waterpoloscheidsrechter en KNZB-voorzitter Jan de Vries en teamledier Ben Planjer; ze zijn allemaal tevergeefs. De wedstrijd moet worden overgespeeld; Nederland trekt met 2-1 aan het kortste eind. Over dit voorval is uitgebreid geschreven, waaronder op Sportgeschiedenis.nl.
- De Nederlandse waterpoloploeg, gefotografeerd kort voor het vertrek naar Helsinki. Achterste rij (op de springplank) v.l.n.r.: Nijs Korevaar, Jos Sievers, Max van Gelder, Ruud van Feggelen, Joop Cabout, Frits Smol en Frans Kuijper. Zittend op de voorgrond v.l.n.r. : Gerrit Bijlsma, Cor Braasem, Nico Luchs, Jan de Gans en Caston Finee (Zwemkroniek, nr. 30 van 25 juli 1952
- Prins Bernhard, Irene en Beatrix bij een waterpolowedstrijd tijdens de Olympische spelen in Helsinki (Nationaal Archief/Collectie Anefo)
- De Nederlandse waterpoloploeg met hun coach in de rust van de wedstrijd tegen Joegoslavië, die zij op vrijdagochtend 1 augustus 1952 moesten overspelen. V.l.n.r. Ruud van Feggelen, Joop Cabout, Gerrit Bijlsma en Nijs Koorevaar. Op de rand Cor Braasem en Frans Kuijper (uit: Olympisch logboek 1952)
De rest is geschiedenis. Wat de kroon op het werk van Frans Kuijper had moeten zijn, wordt een enorme deceptie. Nederland wordt uiteindelijk vijfde. Al tijdens het toernooi is het het team bedolven onder de telegrammen. De Zwemkroniek beschrijft de bijzondere thuiskomst op Schiphol waar een enorme mensenmassa op af is gekomen: “Kransen, bloemen en presenten werden het deel van de ploeg. Hartelijke woorden werden over hen uitgestrooid. Cor Braasem antwoordde: “Deze krans, de mooiste, die ons werd aangeboden, deze krans willen wij schenken aan de liefste vrouw, hier aanwezig; aan Mevr. Kuijper, die dit in alle opzichten verdiend heeft.”
Zoektocht naar de herkomst van een Olympische cartoon
Na deze rollercoaster pakken de waterpoloërs hun dagelijkse bezigheden weer op. Maar ze zijn hun coach en teamleider niet vergeten. Ze gaan op zoek naar een cadeau om beide begeleiders te bedanken voor hun inzet. Hier begint het verhaal over een bijna 70 jaar oude cartoon, die in 2019 online opduikt. Ik twijfel geen moment; dit is een mooie aanvulling voor mijn collectie. Gelukkig gaat de verkoper direct akkoord en wordt de ingelijste cartoon voor een klein bedrag naar mij toegestuurd. Dan volgt de zoektocht die uiteindelijk de aanleiding zal zijn voor het schrijven van dit artikel.
Lange tijd tast ik in het duister. Uiteindelijk probeer ik achter de adresgegevens van tekenaar Ru Holtes te komen om bij hem informatie in te winnen. Voor de Zwemkroniek schrijft hij begin jaren ’50 artikelen en tekent hij spotprenten van zwemsporters. Tijdens zijn studie werkt hij als sportjournalist voor De Telegraaf. Ook is hij zwemtrainer bij De Dolfijn. Daarna gaat hij aan de slag als aardrijkskundeleraar. Ru is zelf zowel actief als waterpoloër en wedstrijdzwemmer.
Als lid van DJK uit Amsterdam blijkt Ru zelfs nog tot voor enkele jaren te hebben deelgenomen aan masters-wedstrijden. Hij is zelfs opgenomen in de Dutch Masters Hall Of Fame. Daarnaast doet hij tot op hoge leeftijd nog aan volleybal.
Als ik mijn contactverzoek begin 2020 voorleg aan zijn zwemvereniging blijkt Ru enkele weken daarvoor op 94-jarige leeftijd te zijn overleden. Door andere schrijfprojecten en de coronacrisis verdwijnt de cartoon al snel uit beeld, totdat ik vorige maand tijdens een andere zoektocht stuit op een artikel in een Zwemkroniek uit 1952 met als titel Circus Kuijper, in de schoolbanken en in actie (zie hieronder). Ineens vallen alle stukjes van de puzzel op z’n plaats.
Net als in 1949 heeft het waterpoloteam een grote cartoon van het team laten maken als dank voor de enorme inzet van zowel hun coach Frans Kuijper als teamleider Ben Planjer. Ze krijgen deze ingelijste cartoon uitgereikt tijdens gezamenlijke jubileumwedstrijden vanwege het 60-jarig bestaan van zwemverenigingen DJK en ’t Y op 27 september in Sportfondsenbad-Oost in Amsterdam.
- Uitsnede uit de cartoon met daarop een beschrijving van Frans Kuijper en de individuele kwaliteiten van zijn zevental
- Ben Planjer’s verslag over de uitreiking van de cartoon (Zwemkroniek nr. 39 van 3 oktober 1952)
Het Algemeen Dagblad deed hiervan verslag: “De aanvoerder van het Nederlands zevental, mr. Cor Braasem, verraste met een kort en hartelijk toespraakje de trainer van de ploeg, Frans Kuijper en de onlangs 60 jaar geworden Ben Planjer. Beiden kregen ter herinnering aan Helsinki een bijzonder originele caricatuur ten geschenke, getekend door Ru Holtes, waarnaar zij stellig nog vele jaren met plezier zullen kijken.”
Zo komt er in 1952 een einde aan een bijzonder succesvolle periode. Coach Frans Kuijper en teamleider Ben Planjer blijven nog een aantal jaren verbonden aan het team, maar verdere successen blijven uit. Pas in de jaren ’70 behoort het Nederlands zevental dankzij coach Ivo Trumbic weer enige tijd tot de wereldtop.
Nu je hier toch bent: Ik schrijf mijn artikelen meestal aan de hand van documenten of voorwerpen uit mijn verzameling. Daarom ben ik altijd op zoek naar aanvullingen, zoals: diploma’s, folders, medailles, speldjes, lidmaatschapskaarten, emblemen, boeken, foto’s etc. Eigenlijk alles wat met zwemmen, zwemsport en zwembaden in Nederland te maken heeft. Heb je iets wat interessant zou kunnen zijn voor mijn verzameling, neem dan vooral even contact met mij op. Je maakt hiermee niet alleen mij blij; ik kan er ook andere belangstellenden mee helpen.