Leestijd: 16 minuten

Op 19 mei 1926 bestond de Goudsche Zwemclub 40 jaar. Ter gelegenheid van dit jubileum verscheen dit prachtige en rijk geïllustreerde boekje met daarin een overzicht van de vele gebeurtenissen in de afgelopen 40 jaar. Ik maakte een samenvatting voorzien van veel origineel fotomateriaal.

Het boekje begint met een pagina waarin er een overzicht wordt gegeven van de huidige ere-leden en het bestuur. Ingedeeld in kleine hoofdstukken zijn er vervolgens ruim 35 pagina’s ingeruimd voor het historische overzicht. Afgesloten wordt met enkele pagina’s met gedichten en een beknopt overzicht van hoogtepunten.

40-jarig jubileum der GZC

De schrijver van het boekje stelt zich al direct in de eerste regel van het boekje de vraag: Waarover te schrijven? Want wie heeft er eigenlijk belangstelling voor datgene wat er in 40 jaar met het sportclubje is gebeurd en welke keuzes maak je daarbij. Eigenlijk is een nuchter beschouwend overzicht van de vele daden onmogelijk, omdat je lid, jarenlang werkend lid bent geweest van die vereniging, de Goudsche Zwemclub, de Gee Zet Cee.

Krantenbericht rond het 40-jarig jubileum (uit: Goudsche Courant van 25-06-1926)

Hoe is die Gee Zet Cee d’r gekomen?

Op 19 mei 1886 richtten de volgende 6 jonge mensen GZC op (met vermelding van eventuele bestuursfunctie):

  • B. Augustijn (secretaris)
  • Albert Hoogendijk
  • Aart Hoogendijk
  • C.C. Krom (lid)
  • C. Lunenburg Jr. (president)
  • A.D. van Vreumingen (penningmeester)

Het bestuur werd nog aangevuld met lid C.G. IJsselstein. De eerste (onderlinge) zwemwedstrijd wordt al op 26 juli 1886 gehouden.

Het tijdperk van 1886 tot 1889

In deze eerste bloeitijd beschikte GZC over L.E. Beszelzen, een zwemmer die niet alleen ver uitstak boven zijn clubgenoten; ook stak hij in deze eerste jaren de beste Nederlandse zwemmers naar de kroon. Daarnaast was ook C.C. Krom een zwemmer met prima kwaliteiten.

Krom is nooit zo goed geworden als Beszelzen, maar hij maakte naam bij het redden van drenkelingen. Hij ontving verschillende onderscheidingen voor zijn succesvolle reddingsacties. Een andere GZC-zwemmer, de heer Æ. Steensma, redde in 1887 een kind uit de Gouwe.

In 1887 was GZC één van de verenigingen die aan de wieg stond van de oprichting van de Nederlandsche Zwembond. In 1890 kreeg GZC de Koninklijke Goedkeuring op haar statuten.

Vroeger begon een wedstrijd van GZC in de ochtend, wanneer de deelnemers van de trein werden gehaald met muziek van de schutterij. Achter de muziek aan trok men door de stad, met het bestuur voorop en de deelnemers er achteraan, de al behaalde medailles op de borst. Wie veel had weten te winnen liep in het zwembad te paraderen met al dat goedje op hun tricots.

Uit: Goudsche Courant van 29 juli 1890

De verhoudingen met het zwakke geslacht waren prima; in 1890 bood een groep jonge dames aan het bestuur een vaandel aan en in in datzelfde jaar had het bestuur de moed om de Amsterdamse Betsy Stoffers toestemming te geven om haar zwemkunsten aan het publiek te laten zien. En dat terwijl kort van tevoren besloten was om de zweminrichting niet toegankelijk te stellen voor dames.

Ondanks deze propaganda voor het dameszwemmen duurde het nog jaren voordat dames gebruik mochten maken van de inrichting. Hierdoor beschikte GZC pas vrij laat over vrouwelijke leden. Ook het instellen van een Commissie van Toezicht op de Stedelijke Zweminrichting had de nodige voeten in aarde, maar sinds de oprichting kort na 1891 heeft GZC van haar zijde altijd welwillende medewerking ondervonden.

Op het feest ter ere van het eerste lustrum op 25 juli 1891 treffen we onder de jury-leden de naam aan van W.E. Bredius W. Ezn., de huidige voorzitter van de Nederlandse Zwembond. Op het zwemfeest van 1893 kwamen voor het eerst dames op de banen als deelneemsters uit.

Waterpolo werd al vrij vroeg door Gouwenaren beoefend. In 1898 werd de eerste wedstrijd gespeeld tegen De Jonge Kampioen. Deze wedstrijd werd met 4-0 gewonnen.

Tweede tijdperk van bloei, 1898-1903

In deze periode was de sportman A.L.J. Breebaart voorzitter van GZC. Breeb voor vrienden was 3 jaar lang kampioen rugzwemmer van Nederland geweest en wist als geen ander hoe je jeugdige zwemmers enthousiast kon maken. Als 2e was er A. Goedewagen Jr. die groot, sterk en snel was, maar iets minder snel als Breeb.

In deze periode was er een gebrek aan jeugdige zwemmers. Er werd zelfs beweerd dat GZC uit slechts een paar leden bestond. Dat moet van korte duur zijn geweest, want in de jaren 1905 en 1906 deden Goudse zwemmers alweer op nationaal niveau mee, echter zonder echte toppers.

De beste GZC-zwemmers uit deze tijd waren Jacques Samson, G. Bakker Niemeijer, M. van Westrienen, P. Goedewaagen en Jan Kortenoever (schoonspringen). De enige die ervoor heeft gezorgd dat GZC niet in het vergeetboek kwam, was H.H. Verhoeff, de eeuwige 2e prijs winnaar.

Het roemvolle tijdperk van 1909 tot heden

In 1909 verkeerde GZC in een crisis: er was een tekort aan goede zwemmers, leiding ontbrak en de clubkas was leeg. In een vergadering werd geprobeerd GZC nieuw leven in te blazen. Met succes. Jan Samson werd voorzitter; Hoogendijk van Capellen werd voor een jaar secretaris, opgevolgd door S.H Smit en J.C. den Boer werd voor een flink aantal jaren penningmeester.

Toen begon onze groote tijd

J.C. den Boer, Jan Blom en Dick IJsselstijn begonnen al wat prijzen in de wacht te slepen. Van deelname aan de waterpolocompetitie was in die tijd nog geen sprake. Daarom gingen 4 GZC-spelers meedoen met de Amersfoortsche Zwem- en Poloclub. Het waren J.C. den Boer, Dick IJsselstijn, W. Smit en Jan Blom die in Amersfoort de eerste beginselen van deze sport leerden.

Wel werd met een Gouds 7-tal gespeeld tijdens de jaarlijkse wedstrijden. Tegen AZ&PC werd bijvoorbeeld met 2-4 verloren. De spelers van die wedstrijd staan hieronder op de foto. Nu, 13 jaar later, doen er nog altijd 3 mee terwijl een 4e, J.P.A. van Catz, zijn boekhoudkundige, financiële en vooral vriendschappelijke kwaliteiten aan de club ten goede doet komen.

Tegen Den Haag werd er gewonnen met de nog jonge voorzitter Jan C., die in zijn korte broek meeging. In 1911 werd gewonnen van Dolfijn, terwijl Jan C. de 1e prijs won met duiken en S. Smit met rugzwemmen. In datzelfde jaar behaalde J.C. den Boer zijn 1e kampioenschap in gekleed duiken en verhaalde hij dit in het jaar erna. Helaas kon hij in 1913 niet deelnemen.

De Eerste Wereldoorlog hield verdere vooruitgang sterk tegen. Van meedoen aan waterpolo in de mobilisatietijd, waarbij alle zwemmers van enige betekenis onder dienst waren, kwam niets.

Pas in 1917 werden er weer activiteiten ondernomen in de vorm van propaganda in de buitengemeenten. Zo was er een tocht naar Schoonhoven, die overigens niet geheel zuiver propagandistisch was. In datzelfde jaar werd 2e klasser UZC met 2-0 verslagen. Van het pas gepromoveerde Dolfijn werd met dezelfde cijfers verloren.

Helaas moest afscheid genomen worden van zwemmer en speler Jan Blom, jaren de snelste korte baanzwemmer. Zijn plek werd ingenomen door zwemmer C. IJsselstijn. W. Smit gaf verschillende demonstraties gekleed zwemmen, hetgeen hij met volledige militaire bepakking deed.

In de zomer van 1918 debuteerde GZC op grond van eerdere prestaties in de 2e klasse, met D.A. IJsselstijn; J.C. den Boer; W. Bokhoven; W. Smit; C. IJsselstijn, M. de Mol en S. Smit. Hier werd gespeeld tegen UZC, Maas II en de Rotterdamsche Zwemclub. Van RZC werd direct met 4-1 gewonnen en ook Maas II werd geklopt. Met 2 maal verlies van UZC werd een goede 2e plek bereikt.

In datzelfde jaar werden 2 kampioenschappen behaald. J.C. den Boer kreeg zijn 3e kampioenslint en S. Smit werd kampioen rugzwemmen. Op de 2 km lange baan in de Singel werd D.A. IJsselstijn 3e en W. Smit 5e.

De GZC in de eerste klas 1919

1919 bleek nog nog beter jaar. Den Boer werd voor de 4e maal Nederlands kampioen duiken, terwijl W. Bokhoven, D. IJsselstijn en S. Smit persoonlijk ook successen boekten. Het polo-zevental wist echter de beste prestatie te behalen: promotie naar de 1e klas in de Nederlandse waterpolocompetitie.

Ook in het clubleven veranderde er in deze tijd veel. Eerst ging het waterpoloteam vaak met 7 man en eventueel een enkele aanhanger naar wedstrijden, maar tegenwoordig gaan er bij elke wedstrijd buiten de stad hele ritsen met supporters mee. In 1919 werd ook een 2e zevental geformeerd, dat een enkele maal aan een wedstrijd deelnam.

In 1920 debuteert GZC in de 1e klas. In de afdeling moest worden gespeeld tegen UZC en Maas. Tegen Maas werd 2 maal verloren en tegen UZC 1 maal. De 2e wedstrijd tegen UZC werd met 2-7 gewonnen. De trein naar Utrecht zat vol GZC’ers: er werd gewed, er waren voordrachtskunstenaars, zangers en meer. Er werd in die tijd gesproken over de groote hand, een grote vlezige, beetje bolle hand die magische kracht scheen te bezitten.

Verder klopte GZC in dit seizoen nog Dolfijn en AZ in vriendschappelijke wedstrijden. W.C. Bokhoven kwam succesvol uit op zwemnummers. Vooral op de lange baan was hij succesvol. Een ander belangrijk wapenfeit in het jaar was de bouw van een heuse tribune. GZC was uit z’n kleren gegroeid.

In 1922 speelden er voor het eerst 2 ploegen in de competitie mee. GZC I in klasse Ia en GZC II in klasse IIIc. W. Bokhoven haalde een prijs bij het borstzwemmen in Rotterdam en J.C. den Boer veroverde in Utrecht de Kromme Rijnbeker bij het duiken.

J.C. den Boer en W. Bokhoven maakten dat jaar deel uit van de proefzeventallen, teneinde een Nederlands 7-tal samen te stellen voor de wedstrijd België – Holland. Helaas wisten zij geen plek te veroveren in het vertegenwoordigend team. In 1921 speelde D.A. IJsselstijn bij het 1e 7-tal van één van de leidende clubs in Londen.

In het seizoen 1922 lukte het voor de eerste maal om met het 1e team afdelingskampioen te worden. Dit was tevens te danken aan het feit dat IJsselstijn geregeld overkwam uit Berlijn. In de beslissingswedstrijden tegen IJ I werd echter 2x verloren. GZC II werd 2e in haar afdeling en in oktober 1922 debuteerde W.C. Bokhoven als rechtsbuiten in het Nederlands 7-tal in de wedstrijd Holland – Frankrijk. Den Boer was reservespeler

(1923) Kampioenschapsjaar

1923 was voor GZC en haar supporters een jaar om trots op te zijn. Er waren 7 mannen die ervoor zorgden dat GZC in dat jaar ongeslagen kampioen van de 1e klasse zou worden:

Dit sportieve succes kon natuurlijk niet ongemerkt voorbij gaan. Op de avond van de 2e beslissingswedstrijd tegen Dolfijn was er een fakkeloptocht, voorafgegaan door muziek. De avond werd gevolgd door een feestmaaltijd en cabaretavond. Pas in oktober werd het 7-tal officieel gehuldigd.

Ook op internationaal vlak was GZC dit jaar wederom vertegenwoordigd. GZC-aanvoerder W.C. Bokhoven speelde1 maal mee met het Nederlands team, terwijl Bokhoven 2 maal meespeelde. D.IJsselstijn en A.C. Slop hebben beide 1 maal als reserve gefungeerd.

1924

In 1924 lukte het niet om het kampioenschap opnieuw te behalen. Zonder speler D. IJsselstijn eindigt het team als 2e na IJ. Ook GZC II bereikt in dit jaar de 2e plek. Onder aanvoering van P. de Jong raken de mannen inmiddels aardig op elkaar ingespeeld.

In december 1924 vertrok er een ploeg, bestaande uit spelers van GZC I en II naar Te Reidt in West-Duitsland. GZC II ging de strijd aan tegen Aken, maar verloor met 3-2. Tegen Sanitas uit Reidt ging het beter; er werd met 0-2 gewonnen. GZC versloeg de kampioen van West-Duitsland, Rhenus uit Keulen met 0-3. Van Reidt werd met 0-4 gewonnen. Het was niet alleen een sportief succes; ook waren het een paar zeer aangename dagen.

Den Boer en Bokhoven namen met het Olympisch 7-tal mee aan de Olympische Spelen. Voor een latere wedstrijd tegen België bedankte Bokhoven voor de eer. Met het zwemmen ging het inmiddels helaas niet zo heel best, in tegenstelling tot de waterpolo-afdeling.

GZC I werd kampioen in haar afdeling, maar moest om het kampioenschap haar meerdere erkennen in IJ I. De reserves deden het beter. Zij wisten het kampioenschap in de reserve 2e klasse te behalen en promoveerden daarmee naar de Ie klas.

Begin 1925 besloot J. Samson om af te treden als president. Hij werd op 17 april opgevolgd door D.A. IJsselstijn. Samson ontving voor zijn inzet het ere-lidmaatschap.

In 1925 ging GZC voor de 2e keer naar Duitsland, nu naar Düsseldorf. Ter gelegenheid van de opening van het nieuwe Rhein-Stadion werd een wedstrijd gespeeld tegen en gewonnen van Poseidon uit Keulen. Twee andere tegenstanders werden een dag eerder verslagen.

Aan deze wedstrijden werd nog een vakantiereisje langs de Rijn verbonden. Een reisje met aangename herinneringen waaruit ook nog eens bleek hoe nauw de familieverwantschap onder de aanwezigen was.

In het najaar werd het bestuur door de ijverige nieuwe voorzitter bijeengeroepen om te overleggen hoe het 40-jarig bestaan op waardige wijze moest worden gevierd. Het plan was om een toernooi te houden met 3 buitenlandse 7-tallen. Dit plan zou uiteindelijk ook worden uitgevoerd.

Over dit boekje

Met het schrijven van dit boekje werd geen volledigheid nagestreefd, nog werd gestreefd naar een voor niet-ingewijden leesbaar boekje. Wat voor de één niet de moeite waard bleek, kwam in het boekje, terwijl andere wetenswaardigheden er niet in gekomen zijn.

De samensteller heeft met het boekje beoogd dat de inhoud van dit boekje onder de aandacht komt van de Goudse zwemmers van deze generatie, maar ook onder de oudere leden van 10, 20, 30 en 40 jaar terug. Van mensen die door hun jarenlange beslommeringen bijna vergeten waren, die eens behoorden tot die onbezorgde, luidruchtige, lawaaiige bende van de Goudse zwemclub. Dat ze trots mogen zijn dat ze ooit lid waren van die goeie vriendenclub, die enige Gee Zet Cee.

Het jubilé der Goudsche Zwemclub

W.E. Bredius, voorzitter Nederlandse Zwembond (bron: Geheugen van Nederland)

Als hoogwaardigheidsbekleder levert ook W.E. Bredius, destijds voorzitter Nederlandse Zwembond, een bijdrage. Bredius prijst de prettige samenwerking tussen GZC en de Zwembond. GZC heeft zich ingezet om het zwemmen te bevorderen, gekenmerkt door een royale opvatting van sportiviteit en onbaatzuchtige toewijding.

Hij brengt zijn gelukwensen aan de vereniging en haar bestuur, dat net als haar voorgangers er zeker in zal slagen de GZC de ereplaats te doen behouden in de Nederlandse Zwembond en de beoefening van het zwemmen onder alle bevolkingslagen zal blijven bevorderen.

Deze pogingen worden zeker bevorderd door de prettige samenwerking tussen de besturen. Van GZC gaat een roep uit die door weinig clubs wordt geëvenaard, maar zeker niet wordt overtroffen. Dat weten allen die de Goudse wedstrijden bezoeken en hiervan zullen de jubileumwedstrijden andermaal welsprekend getuigen.

Herinneringen aan de GZC

(Bron: Goudsche Courant van 24 juni 1926)

Als één van de oprichters en 1e penningmeester schrijft A.D. van Vreumingen over zijn warme herinneringen.

Enkele medewerkers van de sigarenfabriek van de firma D.G. van Vreumingen zochten regelmatig verfrissing in het Goudse zwembad. In 1886 werd aan de sorteertafel van de fabriek tot de oprichting van een club besloten. Als snel volgde de oprichtingsvergadering en een onderlinge wedstrijd.

De kinderjaren van GZC waren erg gezellig. Telkens versierde D. Samson bij wedstrijden belangeloos het zwembad en stelde notaris Fortuyn-Droogleever altijd een groot zeil beschikbaar voor de verkopen en als schuilplaats bij ongunstig weer. Elke wedstrijd was een evenement in Gouda, met na afloop een optocht met muziek en de prijsuitreiking bij café Vrede Best in de Wijdestraat.

GZC was nauw betrokken bij de stichting van de Nederlandse Zwembond. Eén van de oprichtingsvergaderingen was in het Goudse hotel De Zalm.

Het was groot feest toen L. Beszelzen als 1e Nederlandse kampioen van GZC uit Amsterdam terugkwam in het Goudse bad. De oude zwemmeester Groenendaal hield een toespraak en speelde op zijn viool. Het lid C.C. Krom liep altijd met zijn borst vol medailles en was naast succesvol zwemmer ook mensenredder.

Op zondagochtend kwamen de leden van de club trouw bijeen in het zwembad. Er werd veel geoefend en soms vond er ter afwisseling een voorstelling plaats van de schipbreuk van de Medusa, waarbij een oude boot in het zwembad tot zinken werd gebracht. Het was altijd weer een hele toestand om de boot weer uit het water te krijgen.

Stoere zwemmers poseren voor de fotograaf (foto: SAMH)

Tijdens een bestuursvergadering kwam een afvaardiging van jonge dames een prachtig vaandel aanbieden. Het vaandel met de zilveren ster was jarenlang een sieraad bij onze wedstrijden.

Vergeleken met mijn oude herinneringen is de zwemsport van heden met sprongen vooruit gegaan. De techniek is verbeterd en andere slagen dan schoolslag zijn in gebruik genomen, waardoor aan snelheid gewonnen is. Het duiken en springen wordt beter en methodischer beoefend en het waterpolospel heeft niet alleen wedstrijden aantrekkelijker gemaakt, maar ook een gunstige invloed gehad op de ontwikkeling van de zwemsport.

Hulde aan het huidige bestuur dat krachtig propaganda heeft gemaakt voor zwemmen in Gouda en de omliggende plaatsen. Resultaat hiervan is dat de Goudsche Zwemclub een ereplaats inneemt onder de zwemclubs in ons land. Ik wens dat GZC die ereplaats behoudt en op de ingeslagen weg voortgaat.

Onze clubgeest

In het oude, maar o zo gezellige badje aan de Houtmansgracht is iets ontstaan dat het kostbaarste bezit is van GZC: een geest van genoeglijke kameraadschap tussen kerels van diep in de 30 en jonge ventjes die nog amper een polobal kunnen gooien Een ongedwongen, prettige verhouding tussen mensen van allerlei standing, van heterogene opvattingen en verschillende karakters.

Oefenen, met z’n allen omkleden op enkele kubieke meters, op reis zijn; er is dan geen sprake van standing, opvatting of wat dan ook. In de allereerste plaats zijn we dan GZC’ers die het plezierig vinden om in het water te zitten en genoeglijk met elkaar omgaan.

Gezellige sfeer in het zwembad (foto: SAMH)

Die prettige clubgeest merk je als je gaat vergelijken met andere clubs. De sport die ons samenbrengt is bij ons vaak hét middel om enkele uren gezellig door te brengen. We hebben geen recordhouders en kampioenen, maar wat we wel hebben is een gezonde club van vrienden en kennissen, die het er allemaal roerend over eens zijn dat zwemmen de sport der sporten is.

Sport gaat niet om het breken van records en behalen van prijzen, maar is wel een oefening om het lichaam fit te houden. Velen van ons hebben spelenderwijs waterpolo leren spelen en toch zijn we niet eens de slechtste club in de 1e klasse. Natuurlijk is het prettig als je hard kunt zwemmen, maar veel fijner is het om lekker een middagje te komen gooien in het zwembad of met GZC een reisje langs de Rijn te maken.

We zijn immers amateurs! Zou Johnny Weissmüller ooit weleens net zoveel plezier gehad hebben wanneer hij moest zwemmen als wij? De wereld zou heel wat gezelliger zijn als iedereen zo plezierig met elkaar omging als GZC’ers onderling. Iedereen die het hier niet mee eens is moet wel een wedstrijdmaniak zijn in plaats van een zwemsportliefhebber.

Winnen is natuurlijk leuk, maar verliezen is niet meer dan jammer. Ik heb nog nooit meegemaakt dat 2 GZC’ers in het water elkaars fouten verweten of een team dat na een verloren wedstrijd niet vrolijk terugkwam. We weten niet hoe we aan onze clubgeest komen, maar we hebben haar gewoon. We zijn blij met ons zwembad, onze aanhang en we hebben een 7-tal dat tot de besten van Nederland behoort en dat is prettig.

En verder

De laatste pagina’s zijn gevuld met een lofzang voor de 40-jarige. Daarnaast is er een overzichtje met de mooiste momenten van de laatste jaren met herinneringen, waar het plezier vanaf spat, gevolgd door een tweede lofzang op president D.A. IJsselstijn. Afgesloten wordt met uitdrukkingen uit het GZC-vocabularium.

Het zwembad aan de Houtmansgracht (Bron: Pinterest)

Geraadpleegde bronnen

  • Voor informatie uit oude krantenberichten gebruikte ik ditmaal de website van Streekarchief Midden Holland (SAMH), waar onder meer kan worden gezocht in de Goudsche Courant. Deze vond ik niet terug op Delpher.nl
  • Gelukkig kon ik enkele afbeeldingen uit een pdf-bestand Baden en zwemmen [in Gouda] op de website van Historische Vereniging Die Goude lenen, waarin enkele afbeeldingen stonden geplaatst afkomstig van SAMN
  • GZC heeft ook op latere tijdstippen jubileumuitgaven gepubliceerd. Deze uitgaven heb ik ook in bezit:
    • Goudsche Zwemclub 1886-1961
    • Goudsche Zwemclub 1886-1986
  • Op de website van Gouda Sportstad staat een pdf-bestand met historische informatie over het zwembad aan de Houtmansgracht (Stedelijke Zweminrichting Gouda), o.a. over de rattenplaag van 1926 en andere berichten uit de Goudsche Courant. Met foto’s van SAMN.