Leestijd: 12 minuten

In 1869 kunnen de inwoners van Wageningen voor het eerst zwemmen in een heuse zweminrichting in de Rijn. In 1946 worden de eerste concrete plannen gelanceerd voor de bouw van een overdekt zwembad, waarmee er na zo’n 80 jaar eindelijk het gehele jaar door gezwommen zal kunnen worden. Hoewel er 11 jaar later wel een openluchtzwembad klaar is, duurt het tot 1968 voordat er eindelijk een overdekt zwembad open gaat. Een kleine reconstructie.

Een kleine geschiedenis van het zwemmen in Wageningen

Eerst blikken we even kort terug op de zwemgeschiedenis van Wageningen. Hoewel er in die tijd zeker al in de Rijn gezwommen wordt, opent in de loop van 1868 de Wageningse Badinrichting haar deuren. Vanwege de al dalende temperatuur kan er pas in 1869 voor het eerst worden gezwommen in de nieuwe zweminrichting in de Rijn. Het is een wat groter bad met veel kleedhokjes en een duikplank. Dames en heren kunnen er op verschillende tijden terecht, strikt gescheiden uiteraard.

Dit Rijnbad is gelegen bij het Lexkesveer. Elke winter wordt dit zwembad versleept naar de haven van Wageningen om het te beschermen tegen het kruiende ijs en om de nodige onderhoudswerkzaamheden te verrichten. Toch is het juist het kruiende ijs waaronder de inrichting in februari 1940 bezwijkt. Er wordt nog wel een nieuwe badinrichting gebouwd, maar deze wordt in 1944 gebombardeerd.

Kort na de oorlog opent in de buurt van de steenoven een strandbad met toezicht, een afzetting met drijver en palen en een fietsenstalling. Door de toenemende vervuiling wordt het bad steeds minder bezocht en na seizoen 1949 moet het door geldgebrek noodgedwongen sluiten. Er wordt daarna nog wel in openbaar water gezwommen, maar voor het zwemmen in verenigingsverband is men aangewezen op zwembaden in de omgeving. Plaatselijke zwemvereniging De Rijn neemt zelfs het besluit om haar lidmaatschap bij zwembond KNZB op te zeggen en leidt vervolgens een sluimerend bestaan.

Plannen voor een “Overdekte”

In 1946 begint een commissie met een onderzoek naar de haalbaarheid van een overdekte zweminrichting in Wageningen. Na dit onderzoek wordt besloten dat aansluiting bij NV De Sportfondsen de beste manier is om het doel te bereiken. De Sportfondsen heeft gedurende de jaren ’30 in een flink aantal plaatsen in Nederland overdekte Sportfondsenbaden gerealiseerd, die succesvol worden geëxploiteerd.

Wervingsbrochure uit 1946 voor potentiële beleggers in Sportfondsenbad Wageningen (eigen collectie). Tip: klik op het vierkantje middenboven voor full-screen weergave.

Met haar expertise, het systeem van spaarkassen – een vroege vorm van crowdfunding – en een indrukwekkend Comité van Aanbeveling moet dit ook in Wageningen mogelijk worden. De ƒ 50.000,- die het bestuur van de vereniging “Algemeen Belang” heeft ontvangen als schade-uitkering voor het in de oorlog verwoeste Rijnbad en die het nu beschikbaar stelt voor het nieuwe zwembad, vormt een mooi startbedrag.

Afbeelding uit wervingsbrochure Sportfondsenbad Wageningen

Het eerste idee is om: “een eenvoudig doch doelmatig ingericht Overdekt Zwembad te stichten waarbij wij tevens rekening willen houden met de mogelijkheid deze inrichting op een later tijdstip, indien de financiële toestand het toelaat, uit te breiden met een open Zwembad.” Een inschatting van de bouwkosten en het opstellen van een exploitatiebegroting is in 1946 erg moeilijk, omdat de prijzen zo kort na de Tweede Wereldoorlog nog niet zijn gestabiliseerd. Als voorbeeld dienen andere steden met Sportfondsenbaden van ongeveer dezelfde grootte, zoals Venlo, Dordrecht en Amersfoort.

Bouwplannen voor het eerst uitgesteld

Drie jaar later, in 1949, is er nog altijd geen paal de grond in gegaan. Op het eind van dat jaar verschijnt er een artikel in het streekorgaan waarin wordt uitgelegd waarom het Sportfondsenbad nog altijd niet is gerealiseerd. De Landbouwhogeschool heeft veel rijksproefvelden in gebruik, maar hoewel wetenschappelijke belangen ook zwaar wegen, staat zij niet onwelwillig om een stuk grond af te staan voor de bouw van een zwembad.

Indien deze grond niet vrijkomt, dan heft het oprichtingscomité zich op en komt het zwembad er definitief niet: “Zwemmen wordt dan binnenkort een aangelegenheid, waarvan de Wageninger in de kranten leest. Waarvan hij hoort van Edenaren, Renkumers, Rhenaren en Veenendalers. De toeloop naar de Rijn van ongeoefenden zal toenemen. Het politietoezicht moge nog zo scherp zijn: ook verdrinkingsgevallen zullen toenemen”. En een studentenstad zonder zwembad is natuurlijk ondenkbaar.

Eindelijk een zwembad?

We zijn alweer een jaar verder als het college van curatoren van de Landbouwhogeschool aankondigt dat er ruimte wordt vrijgemaakt voor de aanleg van sportvelden aan het Spijk, in de onmiddellijke nabijheid van de plaats waar volgend jaar een Sportfondsenbad zal worden gesticht. Vanwege de kosten is inmiddels het plan geopperd om daar eerst een openluchtbad te bouwen. Enkele spaarders zijn fel tegen de realisatie hiervan.

Als zij eindelijk overtuigd zijn is er in mei 1951 een nieuwe tegenslag: Minister van Financiën Piet Lieftinck en Gedeputeerde Staten verlenen de gemeente geen vergunning. Daarop besluit de gemeenteraad om het verleende krediet in te trekken. De zaak lijkt door pech te worden achtervolgd. Toch besluit het oprichtingscomité op verzoek van de gemeente om aan te blijven.

Ontwerptekening voor een openluchtzwembad aan het Spijk (Arnhemsche Courant van 18 juli 1953)

We zijn weer twee jaar verder wanneer er een bouwtekening voor het nieuwe zwembad wordt gepubliceerd in de Arnhemsche Courant. Inmiddels is er toch gekozen voor de bouw van een openluchtbad. Op 24 juli 1953 zal dit plan in de gemeenteraad worden behandeld. Er is inmiddels meer ruimte aan het Spijk beschikbaar. Architect Wesselo, specialist op het gebied van zwembaden, heeft gekozen voor een moderne opzet met een diep bassin, een instructiebad en een pierenbad. Daarnaast is er ruimte voor een zonneweide, die in de winter kan worden gebruikt als ijsbaan.

Zonder verdere tegenslagen zal het bad in 1954 worden geopend. De plannen voor een overdekt zwembad verdwijnen vooralsnog in de ijskast. Het comité van voorbereiding belegt een speciale propaganda-vergadering voor zwemmers, huidige en nieuwe spaarders om de plannen nader toe te lichten. De Arnhemsche Courant is hoopvol: “De tijd om de achterstand in te halen op zwemgebied, is eindelijk aangebroken. Hoe eerder men de zaak aanpakt, hoe beter: de mogelijkheden om Wageningen tot een zwemcentrum te maken zijn uitermate gunstig.”

“Magische krachten” verhinderen de bouw

Maar helaas is er opnieuw tegenslag. Bij de bouw van het zwembad zou er gebruik worden gemaakt van de DUW-regeling (Dienst Uitvoering Werken), ooit opgericht om werklozen na de Tweede Wereldoorlog nuttig werk te laten uitvoeren. In 1954 is de werkloosheid echter vrijwel geweken en wordt de DUW-regeling afgeschaft. De gemeente besluit vervolgens om zonder subsidie verder te gaan. Ze staat garant voor verdubbeling van het leningsbedrag en voor jaarlijkse exploitatietekorten. Maar vanwege de krapte op de arbeidsmarkt wil de overheid de uitvoering van grote werken tot een uiterste beperken en verleent zij het project niet de vereiste rijksgoedkeuring.

“Magische krachten verhinderen bouw zwembad Wageningen”; schrijft de Arnhemsche Courant op 16 april 1955. “Het noodlot speelt een grillig spel met dit Wageningse bad, dat nota bene in de plaats moet komen van het in 1944 tijdens de oorlog verwoeste Rijnbad. Een schreeuwend gebrek voor jong en oud bestaat er aan het zwembad; toch staat men alweer voor een gesloten deur.” Gelukkig wordt in september 1955 eindelijk de rijksgoedkeuring verstrekt en staat niets de bouw meer in de weg.

Eindelijk een zwembad

Advertentie voor het werven van personeel voor het nieuwe zwembad (Arnhemsche Courant van 27 maart 1957)

In 1957, elf jaar na de eerste aanzet om te komen tot een nieuw zwembad, wordt eindelijk het openluchtbad geopend. Het heeft capaciteit voor 2000 baders. Maar eerst is er op 14 maart een bijeenkomst waarin mr. Bierenbroodspot van NV Sportfondsen Nederland uitleg geeft over de financiële moeilijkheden ten aanzien van de exploitatie van zwembaden. Nog nooit was het zo moeilijk om voor een sluitende begroting te zorgen; sinds 1939 zijn de kosten vertienvoudigd. Dividenduitkering is dan ook voorlopig nog niet mogelijk. De aandelen kunnen worden omgeruild voor obligaties met drie procent rente. Daarnaast krijgen spaarders korting op abonnementen.

In de weken na de bijeenkomst wordt nog hard gewerkt door schilders, tegelzetters en andere ambachtslieden om medio mei het zwembad te kunnen opleveren. Ook de verkoop van abonnementen is gestart. Sportfondsen Nederland heeft twee ervaren rotten naar voren geschoven: Inspecteur van de Sportfondsen, de heer P.H.J. Dogger, die ook de sportfondsenbaden van Arnhem, Nijmegen en Venlo onder beheer heeft, krijgt de leiding van het nieuwe Wageningse bad. Hij voert onder andere de gesprekken met de gemeente en met sollicitanten. De heer K. Rem, chef-instructeur van het sportfondsenbad in Zaandam, krijgt dezelfde functie in Wageningen. Daarnaast is hij bevoegd voor het geven van zwemles en het examineren van de verschillende zwemdiploma’s. Zijn ervaring zal een enorme steun betekenen voor het verenigingsleven.

Officiële opening

Dan is er opnieuw een – zij het kleine – tegenvaller. De geplande opening op 18 mei 1957 kan niet doorgaan. Het is nog te koud en er zijn problemen met de zuiveringsinstallatie. Inmiddels zijn er wel al ruim 1300 abonnementen verkocht, terwijl de raming op zo’n drie- à vierhonderd lag. Ondanks het slechte nieuws is dit een gunstig voorteken. Op 23 mei gaat het zwembad alsnog open. De officiële opening is verplaatst naar 10 juli. Tegen die tijd zijn er al ruim 93.000 baden genomen.

Ansichtkaarten van openluchtzwembad Rustenburg (Beeldbank Gemeente Wageningen)

“Wageningse gemeenschap kwam in bezit van modern zwembad”; is te lezen in de Arnhemsche Courant van 11 juli 1957 Hierin wordt verslag gedaan van de opening op 10 juli 1957. De officiële openingshandeling is verricht door burgemeester De Niet. In zijn speech blikte hij terug op de lange en bepaald niet gemakkelijke voorgeschiedenis van het zwembad. Tevens hoopte hij dat het bad spoedig zou worden uitgebreid met een overdekte zweminrichting. Het Nederlands militair zevental gaf een demonstratie van een waterpolotraining en speelde daarna een wedstrijd tegen Neptunus Arnhem. Als afsluiting gaven de meisjes van de Amsterdamse zwemvereniging Admiraal de Ruyter (ZAR) een kunstzwemshow.

Burgemeester De Niet van Wageningen, speechend in de regen (l.) en een moment uit de waterpolowedstrijd Nederland militair zevental tegen Neptunus Arnhem (r.) (Arnhemsche Courant van 11 juli 1957)

Met de opening van, wat in de volksmond al snel zwembad Rustenburg wordt genoemd, komt ook het verenigingsleven van zwemvereniging De Rijn weer tot bloei, niet in de laatste plaats door de zwemlessen onder de bezielende leiding van badmeester Rem. De zwemclub heeft in januari al een propaganda-avond gehouden, waarbij radio-reporter en lid van de KNZB propaganda-commissie Dick van Rijn aanwezig is.

Grote drukte in het pierenbad (l.) (Facebook Oud-Wageningen) en Zwemabonnement uit 1959 (r.) (Facebook Oud-Wageningen)

Komt er een overdekt zwembad?

De bezoekersaantallen stijgen snel. Op 28 augustus 1959 feliciteert directeur Dogger de heer W.P. Mantel, die de 200.000e bezoeker is. In zijn speech geeft Dogger aan dat, gezien de hoge bezoekersaantallen, Wageningen en omgeving zeer zwem-minded zijn. In tegenstelling tot andere zwembaden zijn er naar verhouding meer zwemmers dan zonnebaders. Hij grijpt dit moment tevens aan om te benadrukken dat uit dit grote zwemanimo nu wel vast is komen te staan, dat de gemeente en de NV Sportfondsen de inwoners van Wageningen niet langer een overdekte zweminrichting mogen onthouden.

In 1962 geeft NV de Verenigde Sportfondsenbaden een obligatielening uit van maar liefst drie miljoen gulden. Directeur Bierenbroodspot geeft aan dat: “de bouw van baden in ons land met kracht ter hand zal worden genomen.” Naast de bouw van een tiental nieuwe zwembaden, twee nieuwe openluchtbaden en de uitbreiding van negen bestaande zwembaden met een school- en instructiebad, staan ook een overdekt zwembad voor Wageningen en een belangrijke uitbreiding van Sportfondsenbad Maastricht op de wensenlijst.

Bouwoffensief

In 1967 is snel een aanpak nodig voor het indammen van de enorme stijging van de werkloosheid. De vakbonden dringen er bij de regering op aan om honderden miljoenen guldens vrij te maken voor de aanleg van wegen, schoolgebouwen, zwembaden, ontsluiting van recreatieterreinen en dergelijke. Er worden vele miljoenen vrijgemaakt, onder andere voor de bouw van een twintigtal zwembaden in het noorden van het land.

Sportfondsenbad Wageningen krijgt eindelijk haar overdekte zwembad (W.A. Abrahamsz/Beeldbank Gemeente Wageningen)

Geen moment te laat; bijna overal wordt geklaagd over het groot tekort aan zwembaden, maar ook aan andere sportaccommodaties. Deze bouwexplosie levert in 1967 maar liefst 45 nieuwe zwembaden op. In 1968 zullen er zelfs 60 zwembaden worden gebouwd. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Nederlandse Sportfederatie (NSF) lanceren een plan om in de periode 1969 tot 1980 200 overdekte instructiebaden te bouwen. Staatssecretaris Kruisinga van Volksgezondheid juicht dit toe: “Ik wil het van harte steunen voor zover dat in mijn vermogen ligt.”

Eindelijk het hele jaar zwemmen

Het is daarom niet zo gek dat zonder veel ruchtbaarheid in de pers de bouw van het overdekte bad in Wageningen van start gaat. Initiator van het eerste uur, prof. W.P.A. van Lammeren bedient de heimachine voor het slaan van de eerste paal. De bouw verloopt bijzonder voorspoedig en eind 1967 kan er voor het eerst overdekt worden gezwommen in Wageningen. Op 28 februari 1968 verklaart burgemeester De Niet het zwembad officieel voor geopend. Daarmee komt na 22 jaar een einde aan een slepende kwestie. Precies 100 jaar na de opening van het eerste Rijnbad kunnen Wageningers het hele jaar zwemmen.

Ruim een half jaar daarvoor, op 22 mei 1967, is er een tweede zwemvereniging opgericht: de Wageningse Watervrienden. Zij gaan onder andere een belangrijke rol spelen bij het zwemonderwijs. In de eerste tien jaar van haar bestaan zal de club al zo’n 2000 zwemdiploma’s uitreiken. Ook zorgt deze vereniging met haar reddingsbrigade voor de veiligheid tijdens watersportevenementen.

Foto’s van het overdekte zwembad en het complete zwemcomplex (Facebook Sportfondsenbad De Bongerd)

Het zwemcomplex aan het Rustenburg is nog 30 jaar de thuishaven voor zwemmend Wageningen. In 1998 wordt het zwembad gesloten. In hetzelfde jaar begint Wageningen met zwembad De Bongerd aan een nieuw hoofdstuk. Inmiddels is dit zwembad alweer ruim 22 jaar in gebruik.

Sportfondsenbad De Bongerd (Facebook Sportfondsenbad De Bongerd)

Geraadpleegde bronnen

  • Wageningsche Courant online 1855-1947
  • Beeldbank Gemeente Wageningen
  • Boek: De Rijn in de loop van 50 jaar: een halve eeuw zwemmen en waterpolo in Wageningen/Zwemvereniging De Rijn, 1976
  • Jubileumuitgave clubblad Snorkel: 10 jaar Wageningse Watervrienden 1967-1977
  • Wervingsbrochure “Zwemt het geheele jaar door!” voor potentiële beleggers in Sportfondsenbad Wageningen, juni 1946 (zie hierboven voor doorbladerbare scan)
  • Diverse krantenberichten via Delpher.nl
  • Boek: Sportfondsen-Spiegel 1923-1962: Jubileum-uitgave van de “NV Sportfondsenbad Rotterdam-Noord” tgv het 25-jarig bestaan/Ben Planjer, 1962
  • Website Sportfondsenbad De Bongerd
  • Facebook-pagina Sportfondsenbad De Bongerd