Leestijd: 10 minuten
Logo van de Nederlandsche Zwem- en Reddingsbond

Al snel nadat de Duitsers in 1940 ons land bezetten gaan ze zich actief bemoeien met lichamelijke opvoeding en sport. In ons land moet sportbeoefening, net als in Duitsland, op nationaalsocialistische leest geschoeid gaan worden. Daarvoor is een gecontroleerde en gecentraliseerde aanpak rond organisatie en opleiding nodig.

Tot u toe heeft de overheid zich nauwelijks met sport bemoeid. In het sterk verzuilde Nederland zijn er ruim 100 sportbonden. De Duitse bezetters willen voor elke tak van sport nog slechts één leidende sportbond. Voor het zwemmen betekent dit het opzetten van een geheel nieuwe sportbond. De naam KNZB verdwijnt hierdoor volledig uit de zwemwereld. Wat hieraan vooraf ging, hoe de nieuwe zwembond vorm kreeg en wat er gebeurde na de oorlog, lees je in dit artikel.

Dit artikel is geschreven in het kader van 75 jaar bevrijding (1945-2020)

“Wie sport, zondigt niet”

In mei 1940 wordt Nederland bezet door de Duitsers. Arthur Seyss-Inquart, Rijkscommissaris van het bezette Nederland komt met de uitspraak: Wer Sport treibt, sündigt nicht (Wie sport, zondigt niet). De bezetter bevordert mede daarom al snel de sportbeoefening in Nederland. De ledenaantallen bij de sportbonden groeien. Naast lichamelijke oefening gaat sport in oorlogstijd een prominente plaats innemen in de Nederlandse samenleving.

In ons land zijn er in die tijd vaak meerdere sportbonden per tak van sport. De Nederlandse overheid bemoeit zich slechts incidenteel met sport. Hierin komt nu snel verandering. Sport moet gaan zorgen voor eenheid. Er wordt een nieuw departement opgericht. Dit Departement van Opvoeding, Wetenschap en Kultuurbescherming (OWK) wordt verantwoordelijk voor lichamelijke oefening en sport. Sportbestuurder Karel Lotsy heeft zichzelf naar voren geschoven en zich aangeboden als sportadviseur. Samen met twee anderen vormt hij het College van Gevolmachtigden voor het Sportwezen.

Karel Lotsy

Karel Lotsy is tot kapitein bij de Generale Staf benoemd en zal de sportorganisatie van het leger ter hand nemen. (1939, Wikipedia/Nationaal Archief)

Karel Lotsy is een sportbestuurder met een indrukwekkende staat van dienst. Hij is onder andere betrokken geweest bij de organisatie van het voetbaltoernooi tijdens de Olympische Spelen van 1928. Hij is bondscoach geweest bij het voetbal, lid van de FIFA en het NOC en hij was het Chef de Mission van de Nederlandse afvaardiging op de Olympische Spelen in Berlijn. Na de mobilisatie in 1939 wordt Lotsy tot kapitein benoemd en belast met de opdracht de sportorganisatie van het leger te organiseren. Hierbij is ook de KNZB nauw betrokken.

Door al zijn invloed en contacten in de sportwereld blijkt Lotsy inderdaad de ideale persoon om de fusiegolf door te voeren. In september 1941 is, op enkele uitzonderingen na, één eenheidsbond per sporttak gevormd. Deze bonden krijgen het alleenrecht voor de organisatie van wedstrijden en ontvangen later zelfs subsidie. Niet-aangesloten verenigingen kunnen hun sport uitsluitend nog in eigen verenigingsverband beoefenen. Lotsy neemt nog in dezelfde maand ontslag. Nog tijdens de oorlog wordt hij voorzitter van de voetbalbond. Ook na de oorlog vervult hij tal van belangrijke sportfuncties.

Het einde van KNZB en NBRD

Ook de KNZB ontkomt niet aan deze maatregel. Al voordat het tot een fusie komt, voert de zwembond niet meer het predicaat Koninklijk in haar naam, hoewel dit nooit officieel wordt verboden. Net als voor 1933 heet ze vanaf dat moment weer NZB. Wat wel verboden wordt is het voeren van verenigingsnamen met daarin een naam van een levend lid van het Huis van Oranje-Nassau. Dat refereert teveel aan de gevluchte leden van het Koninklijk Huis. Dergelijke vaderlandslievende namen kunnen de Duitsers natuurlijk missen als kiespijn.

En zo ontstaat er uit de Nederlandsche Zwembond (NZB), de Reddingsbond (NBRD) en de bondscommissie zwemmen van de Nederlandsche Arbeiders Sportbond (NASB) één nieuwe bond: De Nederlandsche Zwem- en Reddings Bond (NBRD). De grootste groepen Watervrienden van de NASB zijn overigens op 15 februari 1941 op eigen initiatief al grotendeels bij de KNZB aangesloten. Binnen de KNZB hebben zij hun eigen Watervriendencommissie. De nieuwe gevormde bond heeft zo’n 35.000 leden.

Stille fusie

Voorzitter Jan de Vries (Limburger Koerier van 1 februari 1941)

Leden van beide bonden moeten uit krantenberichten opmaken dat er zonder ledenvergadering op 23 september 1941 (officieel op 1 januari 1942) een fusie tot stand is gekomen. NZB-voorzitter Jan de Vries zet het besluit uiteen in De Zwemkroniek van 2 oktober 1941. Hij probeert daarin vooral de al jarenlange prettige samenwerking tussen beiden bonden te benadrukken. Er waren al eerder besprekingen om te komen tot een fusie, maar de Reddingsbond hield dit af vanwege het geringe belang van het element sport. Tijdens de fusiebesprekingen zet Lotsy de NBRD echter zwaar onder druk en dreigt zelfs om de bond op te heffen. De Reddingsbond kiest eieren voor haar geld en gaat alsnog overstag.

De Duitsers vinden het algemene sportelement belangrijker en daarom beslist het College van Gevolmachtigden voor het Sportwezen dat de Zwembond vier vertegenwoordigers krijgt in het bestuur van de NZRB en de Reddingsbond drie. Jan de Vries wordt de nieuwe voorzitter. Dit bestuur wordt op 29 september 1941 geïnstalleerd en blijft in functie tot de eerstvolgende Jaarvergadering in 1942. Voor de zwemafdeling van de NASB is er geen bestuursplek beschikbaar.

Bord Voor Joden verboden bij de ingang van zwembad Schuagt, Krimpen aan de Lek/Lekkerkerk (J. van Rhijn/Collectie Spaarnestad)

Organisatie NZRB

Het nieuwe bestuur, dat elke 14 dagen bij elkaar komt, is samengesteld uit de volgende zeven personen:

Naam:Functie
Jan de Vries (Amsterdam)1e voorzitter
J.W. van Gemen (Amsterdam)2e voorzitter
C. Altink (Utrecht)1e secretaris
Mej. A. Claus (Amsterdam)2e secretaresse
A.W. Sabel Tz. (Zaandam)penningmeester
Mw. F.L.A. Suttorp-van den Bergcommissaris
P.J.S. Nicolaascommissaris
Het bestuur van fusiebond NZRB. Staand v.l.n.r.: C. Alting, A.W. Sabel, P.J.L. Nicolaas en J.W. van Gemen. Zittend v.l.n.r. mw. F.L.A. Suttorp-van den Berg, Jan de Vries en mw. A. Claus (uit: Planjer’s Zwemherinneringen, J. Planjer, 1978)

Om elke vorm van stagnatie te voorkomen wordt voorlopig besloten dat commissies, afdelings- en kringbesturen op de gewone wijze verder werken, totdat het hoofdbestuur het volkomen eens zou zijn over de verdere ontwikkelingen en de toekomstige bestuursvorm. In oktober worden de voorlopige statuten en huishoudelijk reglement aan de autoriteiten voorgelegd. Uiteindelijk worden de werkzaamheden van de bond verdeeld in drie hoofdcommissies:

  1. Zwemkunst en propaganda
    omvat de commissies: Zwemonderwijs; Propaganda; Zwembadenbouw; Elementair zwemmen; Schoolzwemmen
  2. Zwemsport
    omvat de commissies: Zwemwedstrijden; Waterpolo; Schoonspringen
  3. Zwemmend redden
    omvat het werk van de Reddingsbond zoals dit gedaan werd door de Technische Commissie; Technische Examencommissie; Medische Commissie; Medische Examencommissie

Om alles goed te laten samenwerken en harmonisch te laten verlopen, worden er tussen het Bondsbestuur en de commissies Hoofdcommissies geplaatst, waarin één of meer leden van het Bestuur en leden uit de betreffende commissies zitting nemen. Daarnaast wordt aangemoedigd dat zwemverenigingen en brigades beter gaan samenwerken, omdat er op lokaal niveau nogal eens botsingen zijn. De districten van de Reddingsbond houden op te bestaan. De brigades worden ingedeeld bij de bestaande Kringen van de Zwembond. De nieuwe reglementen worden in januari 1942 naar alle belanghebbenden verstuurd.

Spelden Lid van Verdienste en Bondseereteken NZRB (eigen collectie)

Jaarvergadering 1942

Op 26 april 1942 wordt in Utrecht de eerste jaarvergadering van de NZRB gehouden. Het is volgens De Telegraaf een rustige jaarvergadering, getekend door een sfeer van eensgezindheid en goede samenwerking. Voorzitter Jan de Vries wordt tot erelid benoemd. Het huishoudelijk Reglement wordt er in vlot tempo doorgehamerd. De statutenwijziging wordt niet behandeld; die is immers van hogerhand opgelegd. In zijn slotwoord roept De Vries tenslotte nog eens op de idealen van de bond met alle kracht te blijven propageren: “Iedere Nederlander zwemmer en iedere zwemmer redder”.

Bij de behandeling van de jaarverslagen is er een opmerking van de heer Van Veen, redacteur van De Brigade, over het feit dat er in het jaarverslag maar liefst 84 bladzijden worden ingenomen door de oude NVB en slechts 18 door de NBRD. De oud-bestuursleden van de NBRD zijn naar zijn mening onvoldoende opgekomen voor de belangen van de redders en dat zij “moede het hoofd in de schoot hadden gelegd”. Vanuit het bestuur wordt hij gecorrigeerd. Alle oude districten zijn uitgenodigd om hun jaarverslag in te zenden, maar een aantal heeft verzuimd dit te doen, wat het grote verschil verklaart.

Diploma’s in 1944 uitgegeven door de Nederlandsche Zwem- en Reddings Bond (eigen collectie)

Zwemmen en Redden

Vanwege de papierschaarste is het niet mogelijk om zowel De Zwemkroniek van de zwembond als De Brigade van de reddingsbrigade te handhaven. De NZRB komt daarom op 7 januari met een nieuw periodiek onder de naam Zwemmen en Redden. Als vaste medewerkers zijn drie zwaargewichten aangetrokken: Maarten Boon voor Zwemonderwijs, A.J. Meijerink voor Zwemmend Redden en Ben Planjer voor Zwemsport. Om kennis te kunnen maken met dit nieuwe blad kan een vier maands abonnement worden genomen voor ƒ 0,75.

Op 7 januari 1943 verschijnt het eerste nummer van het nieuwe periodiek van de NZRB, Zwemmen en Redden

Zwemmen en Redden verschijnt wekelijks tot en met september 1944*. Tijdens het seizoen 1944-1945 verschijnt Redden en Zwemmen niet. Het laatste en zwaarste deel van de oorlog is dan aangebroken. Er is een tekort aan vrijwel alles, zeker in het Westen van ons land. Voor de verwarming van zwembaden zijn er vanaf 1944 geen kolen meer beschikbaar en veel zwembaden moeten daarom noodgedwongen sluiten. In 1945 ontbreekt het ook aan elektriciteit en chloor.

* jaargang 1; Zwemmen en Redden loopt t/m nr. 38 (30-09-1943) en gaat verder als NZRB Mededeelingen, nr. 16 (07-10-1943) t/m nr. 27 (23-12-1943). Jaargang 2 loopt van nr. 1 (06-01-1944) t/m nr. 35 (07-09-1944) en gaat in 1945 verder met nr. 36 (12-07-1945) t/m nr. 47 (13-12-1945). Vanaf nr. 37 is de naam opnieuw Zwemmen en Redden.

De Bevrijding

Overlijdensbericht (Zwemmen en Redden van 3 augustus 1945)

Op 5 mei 1945 eindigt de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Op 12 juli van dat jaar verschijnt er weer een nummer van Zwemmen en Redden. Jan de Vries beschrijft de moeilijke jaren, waarin ook veel leden van de Zwembond-familie zijn omgekomen. Opengevallen bestuursfuncties worden snel opgevuld. Er komt een Zuiveringscommissie, die foute leden gaat schorsen of royeren. Tevens wordt onderzocht of de fusie wel gehandhaafd moet worden.

Al vrij snel realiseert het Bondsbestuur zich dat het grote doel van de fusie: de zwemmers tot redders en de redders tot sportzwemmers te maken, in geen enkel opzicht is bereikt. Het verschil tussen zwemmers en redders blijkt té groot te zijn en daarom wordt besloten om in december in een buitengewone ledenvergadering te stemmen het al dan niet opheffen van de fusie. Er zijn zelfs al plannen gemaakt hoe de NZRB weer organisatorisch en financieel kan worden gesplitst.

Fusie ontbonden

Tijdens de Buitengewone Algemene Vergadering op 16 december 1945 (afbeelding agenda onderaan de tekst) in Utrecht moet worden besloten of de NZRB per 31 december 1945 geliquideerd zal worden. Na veel discussie over en weer over de voor- en nadelen, wordt overgegaan tot mondelinge stemming. Met 97 stemmen tegen en 66 stemmen vóór voortgang van de fusie, wordt besloten dat de KNZB en NBRZ vanaf 1 januari 1946 weer naast elkaar zullen bestaan. De fusie wordt formeel en met terugwerkende kracht ongedaan gemaakt. De KNZB is back in business!

Direct na ontbinding van de fusie verschijnt als vanouds De Zwemkroniek

Zwemmen en de zwemsport in de Tweede Wereldoorlog

Tijdens mijn zoektocht naar informatie over de noodgedwongen fusie van KNZB en NBRD en de periode die daarna volgde, kwam ik enorm veel informatie tegen die schreeuwt om meer artikelen rond het thema Tweede Wereldoorlog. De Sportzuivering bij de KNZB staat al een tijdje op mijn lijstje, maar onlangs suggereerde historisch sportjournalist Jurryt van de Vooren om eens verder te kijken naar de lijst KNZB-leden die in de oorlog zijn gesneuveld of omgebracht en om deze lijst aan te vullen. Als het weer mogelijk is ga ik zeker een keer schatgraven in het KNZB-archief bij het Nationaal Archief.

Geraadpleegde bronnen

  • Diverse nummers van de Zwemkroniek (via Delpher.nl)
  • Diverse nummers van Zwemmen en Redden (deels via Delpher.nl; ontbrekende nummers uit eigen digitaal archief)
  • Diverse kranten (via Delpher.nl)
  • Boek: De redder in nood: 100 jaar Reddingsbrigade in Nederland/Micha Peters en Jurryt van de Vooren – Uitgeverij Hollandia, 2017
  • Boek: In de pas: Sport en lichamelijke oefening in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog/André Swijtink – Uitgeverij Meulenhoff, 2012
  • Boek: Een sportman doet niet aan politiek: Groei en populariteit van de Nederlandse Sportbeoefening in oorlogstijd/André Swijtink – Uitgeverij De Vrieseborch, 1992
Agenda Buitengewone Algemene Vergadering NZRB op 16 december 1945 (digitale kopie uit eigen collectie)