Al in 1910 trotseert zwemmer Eduard Meijer de golven van de Zuiderzee om de 22 kilometer van Stavoren naar Enkhuizen af te leggen. Hij is daarmee de eerste man die deze overtocht officieel succesvol aflegt, hoewel dit vaak wordt toegeëigend aan Piet Ooms. Het duurt bijna 20 jaar totdat ook een vrouw een poging waagt om het voormalige IJsselmeer te bedwingen. In 1928 lukt het de 20-jarige Corry Leibbrand om de tocht als eerste vrouw succesvol te voltooien.
De Utrechtse is zwemster bij Zwemlust en kan goed meekomen op de korte baan, hoewel haar specialiteit op de langere afstanden ligt. Op 15-jarige leeftijd wordt ze al vierde bij de sterk bezette acht kilometer zwemwedstrijd in de IJssel, zonder hiervoor overigens getraind te hebben. In de vier jaren die daarop volgens wordt ze bij deze wedstrijd één keer vierde, twee keer tweede en éénmaal eerste. Leibbrand doet mee aan verschillende andere langebaan-wedstrijden in binnen- en ook buitenland en weet daar regelmatig goede prestaties te halen. In 1928 wacht haar een nieuwe uitdaging: ze wil als eerste vrouw de Zuiderzee overzwemmen, het huidige IJsselmeer.
Tocht twee keer uitgesteld
Op 11 juni 1928 wil ze haar eerste poging ondernemen. Ze is dan al enkele maanden in training en lijkt een goede kans te maken. Leibbrand zal vergezeld worden door een motorbotter met enkele tijdwaarnemers. De tocht wordt echter uitgesteld vanwege het ongunstige weer en de daardoor onstuimige golven. Op 25 juni wil zij een tweede poging wagen. Ze staat al ingevet klaar om te starten, maar de schipper die vroeg in de ochtend vanuit Enkhuizen naar Stavoren is gevaren, raadt haar ter zeerste af om te starten. De tocht wordt uitgesteld tot augustus.
Ondertussen zwemt Leibbrand gewoon door en doet zij mee aan verschillende langebaan-wedstrijden. Op 1 juli wordt zij derde bij de Traversée van Luik, een zwemwedstrijd van 1800 meter, waaraan zij als enige Nederlandse deelneemt. Op 7 juli is ze minder succesvol tijdens de 3 kilometer-wedstrijd in De Schie, terwijl Corry op 8 juli wel goed presteert tijdens de zwemwedstrijd Damme-Brugge, waar zij als tweede eindigt. Maar dan is het tijd voor het echte werk: anderhalve week later zal ze een derde poging wagen om de Zuiderzee over te zwemmen.
Driemaal is scheepsrecht
Op 17 juli neemt Leibbrand haar intrek in hotel Schram in Stavoren. Het is die dag bladstil en de wind waait uit de goede richting. Alle voortekenen wijzen erop dat zij de volgende ochtend onder gunstige omstandigheden de overtocht naar Enkhuizen kan gaan maken. Om één uur in de nacht steekt haar vader, samen met enkele bestuursleden van haar zwemclub en de heer Woestenburg, havenmeester en directeur van de Enkhuizer visafslag, met de motorbotter van de schipper Lub over naar Stavoren, waar ze even voor vier uur aankomen.
In Stavoren voegen zich een cameraman, journalisten en fotografen die de tocht zullen vastleggen bij de bemanning. Om half zes komt de zwemster ingevet met embrocation1 en vaseline haar hotel uit. Ondanks het vroege uur wordt zij door een grote mensenmenigte naar de kust begeleidt. Er is in de nacht toch een flinke wind uit zuidelijke richting opgestoken. Hierdoor zal Leibbrand tegen de golven in moet gaan zwemmen. Geen van de begeleiders is optimistisch over een goede afloop van de tocht, maar toch gaat ze van start.
Moeilijke omstandigheden
Haar vader en een begeleider varen direct naast haar in een kleine boot. Er wordt onmiddellijk begonnen met het tellen van het aantal slagen, dat zij per minuut zwemt. Zowel in het eerste als het laatste uur zijn dit er tussen 44 en 48. Het eerste stuk van de tocht is loodzwaar; Leibbrand heeft veel last van de stroming en legt in drie uur slechts drie kilometer af. Door de hoge golven met hun witte koppen kan ze niet zwemmen zoals ze gewend is. Als ze op acht kilometer uit de Friese kust voorbij een gasboei komt, heeft ze de stroming eindelijk van achteren, hoewel ze de wind nog altijd tegen heeft.
- Leibbrand, gereed voor het vertrek, wordt ingevet door haar vader (Zwemkroniek van 25 juli 1928)
- Leibbrand klievend door de golven tijdens haar geslaagde tocht over de Zuiderzee (De Corinthian van 27 juli 1928)
- De heer Leibbrand reikt zijn dochter enkele biscuits aan (Zwemkroniek van 25 juli 1928)
Leibbrand zwemt de hele afstand in de haar geliefde trudgeon-crawl2. Ze heeft onderweg geen enkele behoefte aan drinken, ze eet alleen af en toe enkele biscuits. Van die momenten wordt dankbaar gebruik gemaakt door de cameraman en fotografen in de volgboot. Het gezelschap aan boord heeft door de woeste zee veel last van zeeziekte. De uitgebreide verslaglegging in De Zwemkroniek merkt daarover het volgende op: “De tonelen die zich daar afspeelden waren niet altijd even verheffend”.
Tegen de middag komt de kust van Noord-Holland in zicht en een uur later is het nog maar een kleine afstand tot de vuurtoren van Enkhuizen, de eindbestemming. Er komt een dusdanig sterke stroming opzetten dat Leibbrand en haar gezelschap snel afdrijven en met een grote boog om Enkhuizen heen drijven. Rond half vier weet ze haar positie weer in te nemen, waardoor het haar lukt om dichtbij de kleine golfbrekers te komen, die binnen de havenhoofden liggen.
Aankomst in Enkhuizen
- De Enkhuizer jeugd in afwachting van de zwemster (Revue der Sporten van 23 juli 1928)
- Bij aankomst van de zwemster (X) in Enkhuizen wordt zij verwelkomd door de Enkhuizer bevolking (Algemeen Handelsblad van 19 juli 1928)
In Enkhuizen gaat het bericht over de komst van de Zuiderzeezwemster als een lopend vuurtje. Honderden belangstellenden drommen samen voor de kust om een glimp te kunnen opvangen van de bijzondere zwemster. Om precies 16.13 uur, na tien uur en 33 minuten zwemmen, wordt ze op 100 meter van de kust in de volgboot gehesen. Vanwege de stroming is het onmogelijk om zwemmend de kust te bereiken. Leibbrand toont geen teken van vermoeidheid. Volgens een verslaggever: “Zat zij reeds te fluiten alsof de grote tocht nog moest beginnen.” Door de slechte omstandigheden heeft Leibbrand maar liefst 35 kilometer gezwommen. Beelden van haar tocht en aankomst worden later de week vertoond in het wekelijkse Polygoonjournaal.
Bij haar aankomst in de haven ontvangt ze van mw. Malitz namens Zwemclub Enkhuizen een bos bloemen. Daarna maakt Leibbrand een wandeling door Enkhuizen, toegejuicht door het toegestroomde publiek. Op de vraag van een journalist of zij de tocht als geslaagd beschouwt, antwoord ze: “Ik heb toch veel meer afgelegd dan de gewone route en daarbij ben ik in het geheel niet moe. Dat ik de laatste 100 meter niet gezwommen heb, kan niet van invloed zijn op de eindbeslissing: de sterke stroom maakte landen onmogelijk.” Hoe ze zich heeft voorbereid? “Rondjes zwemmen in het zwembad van de Utrechtsche Zwemvereeniging Zwemlust”. Maar langer dan vier uur heeft Leibbrand nog nooit gezwommen.
Zwembond werkt tegen
Ze ontvangt veel gelukstelegrammen en felicitaties, maar opvallend genoeg niet van zwembond NZB. De NZB (toen nog niet Koninklijk) heeft geweigerd om bij deze tocht een officiële tijdwaarnemer mee te geven. De journalist van bondsorgaan de Zwemkroniek vermoedt dat dit komt omdat Leibbrand lid is van Zwemlust en niet van de Utrechtsche Zwemclub (UZC). UZC-voorzitter Minnes is namelijk tevens secretaris van de NZB. Veel mensen uit de zwemwereld ergeren zich aan deze onsportieve opstelling. Door allen die zijn mee geweest wordt daarom een verklaring getekend om de prestatie op formele wijze vast te leggen.
Daarmee is Leibbrand nog lang niet uitgezwommen. In 1929 wacht haar een nieuwe, nog grotere uitdaging. Nog nooit heeft iemand succesvol het Meer van Genève overgezwommen, een afstand van maar liefst 60 kilometer tussen Lausanne en Genève. De zingende zwemster, zoals ze inmiddels in de media wordt genoemd, neemt deze indrukwekkende uitdaging aan en slaagt in één keer in haar opzet. Ze is daarmee de eerste persoon die de zwemtocht na 35 uur, 43 minuten en 39,3 seconden voltooid.
Nieuwe pogingen
Geïnspireerd door de prestatie van Leibbrand zijn er andere zwemsters die de Zuiderzee-overtocht wagen. In 1929 mislukt de poging van de Haagse Martha Snel, die de zwemtocht samen met Alex Bakker probeert. Op 24 augustus 1930 organiseert weekblad Het Leven de zwemtocht over de Zuiderzee. Mw. Z. Brouwer (RDZ) zal samen met Frans Kuijper (De Dolfijn) de tocht zwemmen. Ze worden daarbij vergezeld door Piet Ooms, die als technisch leider meevaart. De tocht wordt eerst uitgesteld, waarna op 27 augustus een nieuwe poging wordt gewaagd. Kuijper strandt op 600 meter voor de kust, maar de Rotterdamse voltooid als eerste vrouw succesvol de volledige tocht. Ook van deze prestatie zijn Polygoonbeelden gemaakt.
Noten
1 wrijfmiddel om de spieren weer lenig te maken (bij sport en wedstrijden)
2 grofweg een combinatie van schoolslag benen en borstcrawl armen (zie voorbeeld)
Geraadpleegde bronnen
Een belangrijk deel van dit artikel is gebaseerd op een verslag uit De Zwemkroniek van 25 juli 1928. Deze informatie is aangevuld met verslagen uit een aantal krantenartikelen. Deze artikelen zijn gelinkt in het bericht.
Nu je hier toch bent: Ik schrijf mijn artikelen meestal aan de hand van documenten of voorwerpen uit mijn verzameling. Daarom ben ik altijd op zoek naar aanvullingen, zoals: diploma’s, folders, medailles, speldjes, lidmaatschapskaarten, emblemen, boeken, foto’s etc. Eigenlijk alles wat met zwemmen, zwemsport en zwembaden in Nederland te maken heeft. Heb je iets wat interessant zou kunnen zijn voor mijn verzameling, neem dan vooral even contact met mij op. Je maakt hiermee niet alleen mij blij; ik kan er ook andere belangstellenden mee helpen.
Corrie Leibbrand, mw. Brouwer of Willy van Rijsel?
Over wie als eerste de Zuiderzee overzwom, van Stavoren naar Enkhuizen, Piet Ooms (1884-1961) of Eduard Meijer (1878-1929) bestaan nauwelijks twijfels. Meijer was dat op 9 augustus 1910 in de tijd van 6 uur en 46 min. Dat deed hij op om het uur een rauw eitje en een cognacje te nemen, soms met een stukje chocolade. Liever had Eduard Meijer champagne (“Dat is lekkerder en zoeter”), maar die was daags tevoren al opgegaan tijdens zijn eerste, mislukte poging van 5 uur 24 minuten. Veel te laat ten opzichte van het tij was hij toen gestart.
Van Piet Ooms is mij niet bekend dat hij een poging heeft gedaan de Zuiderzee te bedwingen.
Minder duidelijkheid is er omtrent hun beider pogingen Het Kanaal over te zwemmen.
Alle drie de Kanaalpogingen (Eng. – Fr.) van Eduard Meijer, op 31-8-1910 (na 2 uur 54 min), op 3-9-1911 (na 5.03) en op 11-7-1913 (na 1.09) draaiden uit op een mislukking.
Van Ooms is bekend dat hij in 1910 is afgereisd naar Calais om een Kanaal te wagen. Dat lukte hem niet, evenmin zijn poging in 1911.
Betreffende de vrouw die als eerste de Zuiderzee succesvol is overgezwommen zijn de meningen verschillend. Zowel Corrie Leibbrand (in 1928) als ene als mevrouw S., Z. of C. aangeduide Brouwer * (in 1930) wordt die eer toebedeeld. De verklaring van deze tegenstrijdigheid ligt vermoedelijk in het feit dat Corrie Leibbrand op 18 juli 1928, na 10 uur en 33 minuten op circa 100m voor de dijk van Stavoren aan boord van haar volgbootje is gehesen. Niet vanwege vermoeidheid of zoiets, maar met het voldoeninggevende gevoel ‘het’ gehaald te hebben. (Wie of welke regel schreef toen voor dat men voor een erkend geslaagde Zuiderzee-overtocht persé de haven van Enkhuizen aan wal moest komen?)
Mw. Brouwer stapte op 27 augustus 1930 na 8 uur, 46 min. en 42 sec. zwemmen, wel op de havenpier van Enkhuizen uit het water. Deze Zuiderzeetocht in 1930 werd georganiseerd door het weekblad ‘Het Leven’, met als achterliggend doel een mogelijke Nederlandse kandidaat te vinden en te sponsoren voor een Kanaalpoging.
Daarvoor werden twee sterke lange-afstandszwemmers uitgenodigd: Mevrouw Brouwer van RDZ uit Rotterdam en Frans Kuijper van de Dolfijn uit Amsterdam. Op het laatste moment kwam toen tot ieders verassing ook nog Jan Stender als ‘zwart’zwemmer op de proppen.
Een uitgebreid verslag van deze bijzondere wedstrijd en die van het jaar ervoor tussen Martha Snel uit Den Haag en Alex Bakker uit Bergen op Zoom (ook door ‘Het Leven” georganiseerd), is te lezen in mijn boek (okt. 2019) ‘Historie van de Scheldebekerwedstrijden (1930-1969)’.
Enigszins verwarrend is dat in de Engelstalige literatuur en sites Willy van Rijsel/Rysel (1916-2012) staat vermeld als zijnde de eerste vrouw die het IJsselmeer van Enkhuizen naar Stavoren heeft overgezwommen, in 1948 in de snelste tijd ooit: 9 uur en 39 minuten.
Piet Schop
(e-mail: piet1234@kpnmail.nl)
* Mw. Brouwer.
Wie er achter deze verder vrijwel onbekende zwemster schuilgaat kon zelfs ‘zwembijbel’ Jos van Kuijeren me niet vertellen. Uiteindelijk leidde een handgeschreven aanmeldingsbrief van haar uit 1937 voor deelname aan de Scheldebekerwedstrijd uit het gemeentearchief van Vlissingen tot de oplossing van dit mysterie.
Nieuwsgierig? Lees dan in het voornoemde boek hoofdstuk 9, In gesprek met…./ Een portret van…
Hallo Piet,
Dank voor je uitgebreide aanvullingen. Ik was inderdaad ook informatie tegengekomen over de pogingen door Ooms en Meijer om het Kanaal over te steken. In kranten uit die tijd (delpher.nl) kom je regelmatig pogingen tegen, die helaas ook meestal mislukken. Eerlijk gezegd ben ik daarin verder niet gedoken.
Piet Ooms zal ongetwijfeld ooit of vaker de Zuiderzee zijn overgezwommen, maar dit is dan niet officieel gedocumenteerd. Hij deed dit wel eens als ’trainingstochtje’ volgens de tekst in de jubileumuitgave Driekwart eeuw De Jonge Kampioen 1892-1967 (heb ik gescand, mocht je interesse hebben).
En idd, wie was officieel de eerste dame die de tocht volledig voltooide. Dat was formeel mw. Z. Brouwer (ik heb haar voornaam niet kunnen achterhalen). Wellicht een beetje kinderachtig, temeer Leibbrand absoluut niet was uitgeput. Maar ook toen bleek de pers al gevoelig voor dit soort zaken. Natuurlijk speelde vast ook de onwil van de (K)NZB om medewerking te verlenen een rol.
Leuk, die aanvulling van Jan Stender. Dat kwam ik in de berichtgeving niet tegen. Ze zijn in die tijd vaak tegenstanders van elkaar bij open water wedstrijden. Wellicht daarnaast goede vrienden. Wel mooi dat ze beide na hun zwemcarrière beide als (bonds)coach bij respectievelijk wedstrijdzwemmen en waterpolo hebben gefunctioneerd.
Ik ben ooit een aankondiging van je boek tegengekomen. Misschien moet ik deze maar eens aanschaffen. Ik heb heel veel plezier beleefd aan het uitpluizen van en schrijven over een andere prominente open water wedstrijd: de 8 km zwemwedstrijd door de IJssel.
mijn tante Nel Delwel deed het ook, Op 5 augustus 1931, Ze deed er maar een kwartiertje langer over dan Eduard Meijer, precies zeven uur. Niet de eerste dus, wel de snelste?
Hallo Ed,
Leuk dat je deze informatie deelt. Je tante was zeker één van de eerste dames die de overtocht succesvol heeft gemaakt en dan ook nog in een razendsnelle tijd! Dat moet voor die tijd zeker een record zijn geweest. De kans is aanwezig dat dit op enig moment nog weer is aangescherpt.
Ik heb een uitgebreid artikel geschreven over de jaarlijkse 8 km zwemwedstrijden in de IJssel, waaraan je tante ook deelnam. Tijdens mijn zoektocht naar informatie kwam ik deze ontzettend leuke foto van haar tegen. Ken je die? https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMRHCE01:000056906:mpeg21:a0016
Hallo Ron
nee, die kende ik nog niet. Geweldige foto. Met al dat ijzer zal ze niet snel geweest zijn 😉
Als je fotomateriaal over zwemmen wilt, laat me even weten. Ik hen nog wel wat.
Meerdere malen ben ik de naam van Nel Delwel tegengekomen tijdens mijn zoektocht voor ´Historie van de Scheldebekerwedstrijden (1930 tot 1969)´.
In 1932 behoort zij samen met haar clubgenoot Arno Frauwendorf van SBC uit Schiedam tot de 23 geselecteerden die op 16 juli mee mogen doen aan de Scheldebekerwedstrijd van Breskens naar Vlissingen. Maar beiden missen ze die dag de trein naar Vlissingen.
In de wedstrijdvoorbeschouwingen wordt vermeld dat Nel het jaar ervoor, in 1931, de Zuiderzee is overgezwommen is de snelle tijd van 7 uur. En ook dat zij, nog in 1932, voornemens is Het Kanaal over te zwemmen. Of Nel dat ook daadwerkelijk heeft geprobeerd is me niet bekend. Dat zij daarin niet is geslaagd mag men aannemen, daar dit dan zeker bekend zou zijn.
In 1935 staat Nel Delwel (SZC, Schiedam) weer op de deelnemerslijst van de Scheldebekerwedstrijd, samen met 24 andere geselecteerden. Helaas, na veel wikken en wegen wordt even na 12 uur de wedstrijd alsnog afgelast vanwege de onstuimige golven. Onverrichter zaken kunnen de zwemmers weer huiswaarts keren.
Wel heeft Nel Delwel (SZC, Schiedam) in 1934 deelgenomen aan de derde en laatste 5km kanaalwedstrijd van Middelburg naar Vlissingen, georganiseerd voor de VZC. Zij finishte daarin als 11e van de 16 deelnemers en als 3e dame achter Ida Smaling-Breukel (ODZ, Rotterdam) en Marietje Olsen (RDZ, Rotterdam). Met deze laatsten zijn tevens de twee namen genoemd die in de dertiger jaren van de vorige eeuw meestal een hoofdrol voor zich opeisten in het open-water-zwemmen.
Begin jaren dertig was het Martha Snel uit Den Haag die bewust de media/kranten zocht, hoog opgaf van haar urenlange zeezwemtochten (stroom mee) en van haar plannen Het Kanaal te bedwingen.
Direct na een interview in De Telegraaf (begin augustus 1931) waarin Martha, geheel in de ban van zichzelf, aan het einde tegen de interviewer had gezegd:
“Als U in september aan de Engelsche kust bij Dover gaat staan, ziet U mij wellicht aankomen, want ik heb mij heilig voorgenomen de eerste Nederlandsche vrouw te zijn die Het Kanaal overzwemt.”
volgt een bericht over Nel Delwel, die in dezelfde periode de Zuiderzee (Stavoren naar Enkhuizen) solo is overgezwommen in de snelle tijd van 7 uur.
In contrast met de zelfbewuste en publiciteitszoekende Martha Snel, had de bescheiden Nel Delwel haar plannen bewust stilgehouden en kwam haar prestatie volkomen onverwacht voor de pers.
Delwel’s prestatie moet een forse streep door de rekening van Martha Snel zijn geweest. In een eerder interview naar aanleiding van haar voornemen om van Hoek van Holland naar Scheveningen te zwemmen, had Martha immers verteld van plan te zijn om de week daarna van Enkhuizen naar Stavoren te zwemmen en het record van Corrie Leibbrand (10 uur 33 minuten) te breken.
(bron: Historie van de Scheldebekerwedstrijden).
(P.s.
Beste Ed, mocht je nog foto’s of verslagen hebben van je tante over haar Zeeuwse zwemwedstrijden, dan houd ik me daarvoor aanbevolen.)