Honderd jaar geleden werd de eerste steen gelegd van een bijzonder particulier initiatief: de bouw van het op dat moment grootste zwembad van Europa, middenin een Haagse woonwijk. In 1995 viel het doek voor de inmiddels sterk verouderde bad- en zweminrichting. Aansluitend was het twee jaar de thuisbasis van het Nationaal Toneel. Met behulp van veel vrijwilligers, subsidies en sponsors is het uiteindelijk gelukt om het gebouw te behouden en er een theaterfunctie aan te geven. Historicus Bert Alers dook in de bijzondere geschiedenis van dit markante gebouw.
Zijn eind vorig jaar verschenen boek Van water naar theater bestaat uit twee delen. Het eerste deel gaat over de 75-jarige geschiedenis van de Regentes als Haagse bad- en zweminrichting. Als je het boek omdraait, wordt je figuurlijk ondergedompeld in de recente geschiedenis van het Haagse theater wat inmiddels alweer een kleine 25 jaar de huidige functie van het gebouw is. In dit artikel zal ik mij volledig richten op historie van de Regentes als bad- en vooral zweminrichting.
Een stukje Haagse zwemhistorie
Het eerste hoofdstuk behandelt de ontwikkeling van het zwemmen in Den Haag. Net als in veel andere plaatsen beginnen georganiseerde zwemlessen op initiatief van het leger. Hiertoe wordt in 1844 een zwemschool aangelegd aan het Kanaal naar Scheveningen. Of dit, zoals in het boek wordt beweerd, ook de oudste is van Nederland, is maar de vraag. In die tijd worden er verschillende initiatieven gelanceerd, zoals bijvoorbeeld zwemschool Bad-Lust in Utrecht aan de Kruisvaart. Verder onderzoek zal dit moeten uitwijzen.
In 1883 kan het welgestelde deel van de Haagse bevolking als eerste in Nederland het hele jaar gebruik maken van een sjiek zwembad, gebouwd met particulier geld. Deze ‘s-Gravenhaagsche Zwem- en Badinrichting staat beter bekend onder de naam Mauritskade, naar de straat waarlangs zij is gebouwd. Twee jaar na het sluiten van de Regentes in 1995, valt ook voor dit zwembad definitief het doek.
Ansichtkaarten van zwembad Mauritskade (l.) en het enorme Zuiderparkbad (r.) (eigen collectie)
Hoewel de behoefte aan zwemwater groot is, ontbreekt het de Haagse Gemeenteraad aan daadkracht en budget om een betaalbare zweminrichting te bouwen. Hoewel in 1922 de eerste plannen worden gelanceerd voor het bouwen van het Zuiderbad, een groot openluchtzwembad dat meestal Zuiderparkbad wordt genoemd, is de gemeente maar wat blij met een nieuw particulier initiatief: in 1921 opent Bad- en Zweminrichting De Regentes aan de Weimarstraat 63.
Initiatief en bouw van de Regentes
Op 1 oktober 1918 besluiten drie Haagse ondernemers; bloemist J.C. Voorhoeve, aannemer G.B. Schild en architect en ambtenaar bij de Rijksgebouwendienst Gerard van Drecht, om een overdekte bad en zweminrichting te bouwen. Een voor die tijd een gewaagde onderneming. Aan de Weimarstraat kopen zij het pand van een bloemist. Het grote daarachter gelegen terrein met kassen wordt de plek waar het zwembad moet gaan verrijzen. Voor de financiering worden aandelen uitgegeven.
Het lijkt allemaal voortvarend te gaan, maar eerst moeten er verschillende problemen worden opgelost. Met de plaatselijke kerk moet onderhandeld worden over de bouwhoogte. Dit verloopt geheel niet soepel; architect Van Drecht moet zijn ontwerp daarom drastisch aanpassen. Op 24 april 1920 wordt de eerste steen gelegd en gaat men aan de slag. Na enkele maanden blijkt dat er grote financiële tekorten zijn. Er wordt flink geld geleend, onder voorwaarde dat ook de drie eigenaren een flink bedrag uit eigen zak inbrengen. De onderneming is daarmee ternauwernood gered.
Met een week vertraging wordt het bad met een bescheiden plechtigheid op 22 april 1921 geopend door burgemeester Patijn. Er is voldoende personeel aangenomen voor de exploitatie van het complex. Eén naam valt daarbij op: de schoonspringer en zwemleraar Joop Stotijn, vader van de beroemde schoonspringer Joop Stotijn, wordt aangetrokken als badmeester. In de avond wordt er wel flink feest gevierd. De Haagsche Zwem- en Poloclub (HZ&PC) viert de opening van het bad met een groots zwemfeest met zo’n 1000 aanwezigen.
Een moeilijke start
Hoewel verschillende zwemverenigingen met veel enthousiasme bezit nemen van het zwembad, is de belangstelling voor het badhuis matig. Maar dat is niet de enige reden van de grote financiële problemen waarmee de leiding van De Regentes al snel na de opening kampt; er blijken problemen te zijn met de overhaast aangelegde technische installatie. Dit vereist weer verschillende investeringen in betere apparatuur waardoor de kosten verder oplopen. Directeur Van Ingen Schenau neemt ontslag en wordt opgevolgd door J. Garrer.
- Feest van de Haagsche Vrijwillige Reddingsbrigade, begin jaren ’20 (Haags Gemeentearchief)
- Diploma A zwemvereniging ZIAN uit 1926, mede ondertekend door Joop Stotijn, de eerste badmeester van de Regentes (eigen collectie)
Alsof er nog niet genoeg ellende is, worden de commissarissen Van Drecht en De Groot eind 1923 opgepakt voor verdenking van grootschalige bouwfraude bij een ander project. Na eerst te zijn veroordeeld worden zij in februari 1926 hoger beroep vrijgesproken. Vervolgens besluiten beiden af te treden als commissarissen, hoewel ze wel vanwege hun financiële belangen nauw betrokken blijven bij de NV.
Door nieuwe onderhoudsproblemen wordt de financiële situatie nog nijpender. Gelukkig komt er verbetering als Gerard van Drecht zich met de bedrijfsvoering gaat bemoeien. Hij voert een aantal belangrijke verbeteringen door in het gebouw en verlaagt de tarieven. Hij constateert dat directeur Garrer slecht functioneert. Deze wordt aan de kant gezet, waarna Van Drecht de eerste jaren onbezoldigd, de functie van waarnemend directeur op zich neemt. De nieuwe directeur neemt verschillende maatregelen om geld te besparen, waarbij onder andere badmeester Stotijn in 1936 het veld moet ruimen.
En dan is het oorlog
Als Nederland vanwege de dreigende oorlog in 1939 de mobilisatie uitroept, komen er regelmatig militairen zwemmen die in de buurt zijn gelegerd. Net als op andere plekken in Nederland is zwemmen in De Regentes tijdens de oorlog mateloos populair. Mensen zoeken broodnodige afleiding. Rijkscommissaris Seyss-Inquart stimuleert dit, want “wie sport, zondigt niet”. Ook Duitse soldaten weten de weg naar het zwembad te vinden. Bovendien wordt door de bouw van de Atlantikwall het strand verboden gebied. Ook het badhuis is populair; het is voor veel mensen steeds moeilijker om hun huis en water te verwarmen.
Voorgevel en zwemzaal van De Regentes rond 1940 (Haags Gemeentearchief)
Op 22 april 1941 wordt een zwemwedstrijd georganiseerd ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan, met deelname van nationale toppers. Ook hier blijkt de behoefte aan een uitje. De tribunes zitten bomvol. De Regentes profiteert ook van een gemeentelijke proef, waarbij elke week aan tien schoolklassen zwemles wordt gegeven. In april 1942 besluit Gerard van Drecht om af te treden als waarnemend directeur. Zijn taken worden overgenomen door zoon Rob en Schüre.
Gedurende de oorlog schuilen verschillende medewerkers en buurtbewoners in het complex om aan de Arbeitseinsatz te ontkomen, terwijl er ondertussen druk wordt gezwommen. Er zijn periodes waarin het zwembad noodgedwongen moet sluiten vanwege een tekort aan kolen. Tijdens de Hongerwinter in 1944 sluit De Regentes voor langere tijd. Het personeel blijft in dienst en ook het onderhoud aan het gebouw gaat gewoon door. De entreehal doet in die tijd dienst als gaarkeuken.
Gouden jaren (1945-1970)
In de maand na de bevrijding is De Regentes al weer open. Bij het vergisbombardement op Bezuidenhout was het Bosbad gebombardeerd, een ander project van vader en zoon Van Drecht en toenmalig chef-machinist Schüre. De ketels zijn wonder boven wonder behouden gebleven en kunnen nu mooi de versleten ketels in De Regentes vervangen en ook geschikt worden gemaakt voor stookolie.
De hoge bezoekersaantallen nopen de directie om de ketels in 1950 alweer te vervangen. Inmiddels wordt er weer dag en nacht op kolen gestookt die in wisseldiensten door drie stokers worden aangevoerd. Per dag gaan er 60 kruiwagens doorheen, totdat er in 1961 wordt omgeschakeld op stookolie.
In deze periode zijn verschillende personele wisselingen. De in 1949 overleden voorzitter van de Raad van Commissarissen wordt opgevolgd door Gerard van Drecht. Zijn zoon Rob treedt in 1953 af als directeur en wordt gedelegeerd commissaris. Schüre is vanaf dat moment de enige directeur. Hij krijgt in 1964 assistentie van Jacob Jongeneel. Na het overlijden van Schüre keert Rob van Drecht terug als directeur en wordt Jongeneel ontslagen. In 1963 overlijdt Gerard van Drecht.
De gebruikers van het bad
In de loop van de jaren zijn er in het zwembad vele nationale en internationale wedstrijden georganiseerd met grote namen. Enkele onder hen hadden De Regentes als thuisbad: vader en zoon Stotijn, Cor Braassem, Frits Smol, Roel en Jos Praat, Bram Leenaards, Gé van den Boogaard-Erath, de familie Elzerman, Henk de Haas, Wieger Mensodines en Ria Racké-van Velsen. Voor de laatste drie genoemden is in het boek uitgebreidere aandacht vanwege hun bijzondere prestaties. De bekendste en succesvolste clubs uit die tijd zijn HZ&PC, ZIAN en ZIOS.
Den Haag heeft in die tijd nog tientallen andere zwemverenigingen die in het boek worden opgesomd. Elke club heeft zijn eigen bestaansrecht en doelstelling. Dit is niet alleen het gevolg van de verzuiling; ook zijn er een flink aantal bedrijfs- en belangenverenigingen. Fusies zijn in die tijd en ook daarna noodzakelijk vanwege gestegen huurprijzen, gebrek aan vrijwilligers en concurrentie van het gemeentelijke schoolzwemmen.
V.l.n.r. Wieger Mensonides, Ria van Velsen (beiden Harry Pot/Anefo-Nationaal Archief) en Roel Praat sr. (Uit: Zwemmen ’n eeuwig feest, uitgave t.g.v. 100 jaar KNZB)
Op initiatief van mijn oude zwemtrainer Roel Praat sr. worden er vanaf 1969 fusiebesprekingen gevoerd. Dit leidt niet alleen tot de fusie tussen ZIAN en Vitesse in 1972; in 1973 fuseert Praat’s eigen vereniging ZIOS met DVZ en Swift tot de grootste vereniging van Nederland: DSZ, die in de jaren daarna vooral op waterpologebied landelijke successen viert.
Schoolzwemmen
Schoolzwemmen heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in de exploitatie van De Regentes. Kort na de oprichting worden er al afspraken gemaakt met verschillende particuliere scholen. Schoolzwemmen wordt ook actief gepropageerd. Het schoolzwemmen komt in een stroomversnelling als de gemeente zich in september 1941 gaat bemoeien met de organisatie van schoolzwemmen. Enkele jaren later wordt het gemeentelijke schoolzwemmen ingevoerd. In de jaren tachtig neemt het enthousiasme af. Veel scholieren volgen zelf al (particuliere) zwemlessen. De zwemlessen zijn bovendien tijdrovend. Ook bezuinigingen kunnen heel goed een rol hebben gespeeld, hoewel dit niet in het boek wordt genoemd.
Deelnemersdiploma van de jubileum-zwemwedstrijden op 26 april 1961 (eigen collectie), de broers Jos en Roel Praat met hun nichtje Joke Geerlings in 1955 (collectie Jos Praat), de kunstzwemsters van DVZ voor een showuitvoering in 1960 (sychroon.eu)
Donkere wolken
In de loop van de jaren beschikken steeds meer woningen over een douche of bad. Daarom zijn de hoogtijdagen van het badhuis medio jaren ’60 voorbij. De directie besluit om in 1971 een sauna te openen, maar binnen enkele jaren blijkt al dat deze uitbreiding onrendabel is. Tot overmaat van ramp trekt zwembond KNZB de dispensatie in voor het spelen van topwaterpolo. Lichtpuntje vormt het eind jaren ’60 aangebouwde kleuterbad, waarvoor continue een wachtlijst is.
Door de concurrentie van de nieuwe gemeentelijke zwembaden Morgenstond (1967), Overbosch (1971), Waterthor (1976) en De Blinkerd (1981) komt De Regentes verder in de financiële problemen. Wethouder Piet Vink is onder stevige voorwaarden bereid financieel bij te springen. Daarmee verliest de NV wel een groot deel van haar zelfstandigheid. De subsidie wordt nog een aantal jaren verstrekt, waarna de gemeente de subsidiekraan in stappen afbouwt.
Badmeester Spaans tijdens het lesgeven (Noorhoff, Dick/Haags Gemeentearchief) en voorgevel met promotie van zwembad, sauna en peuterbad in de jaren ’70 (Pinterest)
Na een onderzoek door Sportfondsen Nederland blijkt een miljoenen kostende renovatie noodzakelijk om het zwembad op te knappen en te moderniseren. Zonder subsidie zou het bad, net als andere particuliere baden in Nederland, niet kunnen overleven. Enkele partijen doen een vergeefse poging om het zwembad over te nemen, waarna de gemeente het bad op 1 januari 1986 voor ƒ 300.000 overneemt.
De gemeente aan het roer
Op 10 maart 1986 wordt de sleutel van de Regentes overhandigt aan wethouder Piet Vink en komen de medewerkers in dienst van de gemeente. De verschillende gebruikersgroepen van het zwembad vormen een beheersadviesraad. Het zwembad is hard toe aan een grote renovatie; door verliezen en de onzekere toekomst is het zwembad jarenlang verwaarloosd. De gemeente stelt een driefasen-renovatie plan op. De eerste fase gaat direct van start en loopt gelijk behoorlijk in de papieren. Aan het eind van hetzelfde jaar wordt het zwembad heropend. Inmiddels is al voor ƒ 2.000.000 verbouwd.
Tijdens de tweede verbouwingsfase in 1988 wordt het enorme vochtprobleem aangepakt, echter zonder veel succes. In 1991 wordt De Regentes enkele dagen gesloten omdat er op verschillende plekken stukken beton en stucwerk los komen. Tijdens de eerste verbouwingsronde van 1986 blijken constructiefouten te zijn gemaakt, waardoor er nu betonrot opspeelt. Nadat alle losse stukken zijn verwijderd opent het zwembad haar deuren weer.
De derde renovatieronde wordt niet meer gehaald. In 1992 neemt de gemeente de nota Zwembaden 2000 aan. In deze nota is er geen ruimte meer voor De Regentes. Een nieuw zwembad is goedkoper dan verdere renovatie. Maar eerst wordt nog gewacht tot het nieuwe zwembad De Houtzagerij in de Schilderswijk wordt geopend. Op 30 juni 1995 sluit De Regentes definitief als zwembad. Het is het einde van een tijdperk.
Vijfenzeventig jaar verbouwen
Onderhoud, verbouwingen en renovatie. De schrijver zou er waarschijnlijk wel een apart boek over kunnen schrijven. In de beginperiode van het zwembad is er nog maar weinig kennis opgedaan over techniek en exploitatie van overdekte bad- en zweminrichtingen. Daardoor moet men het wiel vaak zelf uitvinden. Dat dat gepaard gaat met regelmatige vervanging van bijvoorbeeld technische apparatuur en de daarbij behorende verbouwingen, spreekt voor zich.
De entreehal van De Regentes, zoals de meeste bezoekers van het zwembad deze kennen, in 1986 (Dienst Stadsontwikkeling/Haags Gemeente Archief)
Vooral bij latere renovaties door de gemeente is er veel origineel materiaal verdwenen. Een deel ervan is opgespoord, maar de kans dat veel zaken verloren zijn gegaan is aannemelijk. Een aantal functionaliteiten is in de loop van de jaren verdwenen: de banketbakker bij de ingang; de fietsenstalling; het snoepwinkeltje en, in delen, de volledige badinrichting. De laatste grote verbouwing vindt plaats nadat het zwembad definitief sluit en geschikt wordt gemaakt als multifunctioneel theater.
Korte recensie
Met Van Water Naar Theater heeft schrijver Bert Alers een prachtig tijdsbeeld geschetst van de opkomst van het zwemmen in Den Haag en de belangrijke rol die De Regentes hierbij jarenlang heeft vervuld. De lezer krijgt een nauwkeurig uitgewerkt beeld voorgeschoteld over de bouw en exploitatie van het complex, iets wat in de jaren ’20 gerust een gewaagde onderneming genoemd mag worden.
De verschillende gebruikers passeren de revue. Sommige oud-zwemmers die dit boek lezen zullen als commentaar hebben dat hun zwemclub onvoldoende uit de verf komt. Hoewel dat misschien wel een terechte constatering is, ontkom je daaraan eigenlijk niet. De ruimte in het boek is beperkt en de staat van de meeste verenigingsarchieven is erbarmelijk. Het heeft mij bij het lezen overigens niet gestoord.
Een ander belangrijk aandachtspunt in het boek is de waardevolle rol die het zwembad met z’n badhuis in de wijk vervulde. Kortom: een prima stuk geschiedschrijving, met prettig leesbare teksten en fantastisch beeldmateriaal. En dan heb ik het alleen nog maar over het deel van het boek over geschiedenis van De Regentes als bad- en zweminrichting.
Ik wil het boek dan ook van harte aanbevelen aan iedereen die geïnteresseerd is in de geschiedenis van het zwemmen en/of van Den Haag, of die zelf in De Regentes heeft gezwommen. Het boek is verkrijgbaar voor € 25,- aan de kassa van Theaterzwembad De Regentes, de lokale boekhandels, maar kan ook voor € 5,- extra worden toegezonden. Je kunt het boek ook gratis toegezonden krijgen als je het online bestelt bij boekhandel Paagman, bij De Vries Van Stockum of bij boekhandel Douwes. Ik wens je alvast veel leesplezier.
Van Water naar Theater/Bert Alers – 2020, uitgeverij Eindeloos ontwerpen en uitgeven, ISBN: 9789078824060
Documentaire TV West
De documentaire ‘Van Water naar Theater’ werd uitgezonden ter ere van het 100-jarig bestaan van De Regentes in april 2020. In de documentaire worden herinneringen opgehaald aan 100 jaar rijk verleden met de hoofdrolspelers van toen en nu. Met zwemkampioenen Ria van Velsen en Wieger Mensonides, badmeesters Ted Jorritsma en Donald Duk en sportverslaggever Jos Praat herleven oude tijden. Maar ook met actrice Guusje Eijbers, die met haar vooruitziende blik wist dat dit een theater moest worden toen de deuren van het zwembad sloten in 1995.
Nu je hier toch bent: Ik schrijf mijn artikelen meestal aan de hand van documenten of voorwerpen uit mijn verzameling. Daarom ben ik altijd op zoek naar aanvullingen, zoals: diploma’s, folders, medailles, speldjes, lidmaatschapskaarten, emblemen, boeken, foto’s etc. Eigenlijk alles wat met zwemmen, zwemsport en zwembaden in Nederland te maken heeft. Heb je iets wat interessant zou kunnen zijn voor mijn verzameling, neem dan vooral even contact met mij op. Je maakt hiermee niet alleen mij blij; ik kan er ook andere belangstellenden mee helpen.