Dit is een uitgebreidere versie van mijn artikel dat is verschenen in het magazine Zwembadbranche nr. 94 van juni 2024
Ranomi Kromowidjodjo, Sharon van Rouwendaal, Maarten van der Weijden, Inge de Bruijn en Pieter van den Hoogenband: Vrijwel iedereen kent deze Nederlandse zwemmers, die nog niet zo lang geleden voor bijzondere Olympische prestaties zorgden. Ook op de Spelen die dit jaar in Parijs worden gehouden zijn er verschillende Nederlandse kanshebbers op eremetaal. Maar hoe waren de prestaties van onze zwemsporters in het verleden? Ik dook in ons rijke zwemverleden en stuitte op een aantal bijzondere, vaak vergeten zwemhelden.
Mannen in een bijrol
We beginnen in het jaar 1900. Ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling in Parijs worden er zwemwedstrijden georganiseerd in de Seine. Daar behaalt Johannes Drost de derde plaats op de 200 meter schoolslag. Pas veel later wordt deze wedstrijd opgenomen als onderdeel van de tweede Zomerspelen in de historie. Daarmee wordt Drost de allereerste Nederlandse zwemmer met een medaille op een Olympisch toernooi. Deze prestatie is zeer bijzonder en uniek. Het duurt namelijk maar liefst 60 jaar totdat er opnieuw Nederlandse herenzwemmer op het Olympische ereschavot zal staan.
- Johannes Drost (l.) (uit: Lang leve zwemmen: 25 jaar KNZB/Collectie Ron Wessels)
- Wieger Mensonides (r.) (Nationaal Archief/Anefo foto Harry Pot, 27 augustus 1960)
De Haagse Wieger Mensonides maakt een einde aan deze lange medailleloze periode door tijdens de Spelen van 1960 in Rome brons te winnen op de 200 meter schoolslag. Maar vervolgens is er weer een zeer lange periode zonder medailles bij de mannen. Pas in 2000 in Sydney doorbreekt Pieter van den Hoogenband deze impasse met twee gouden en één bronzen medaille op individuele nummers en daarnaast nog een bronzen medaille op de 4 x 200 meter vrije slag estafette. Het zijn onze dames die vanaf de jaren ’20 onze eer hooghouden met de yell: “Ha Oo El El Aa En Dee, Holland spreekt een woordje mee!”
Vrouwenzwemmen niet serieus genomen
Rie Beisenherz zorgt in 1920 voor een belangrijke doorbraak in het vrouwenzwemmen. Op dat moment zijn al verschillende dameszwemclubs opgericht die, door actief propaganda te voeren, aandacht vragen voor hun zwemprestaties. Ze worden echter door de mannelijke bestuurders van de Nederlandsche Zwembond (NZB) totaal niet serieus genomen. Dat moet anders; vindt de 18-jarige Beisenherz. Tot groot ongenoegen van het NZB-bestuur behaalt zij als eerste vrouw de Olympische limiet. Bovendien is ze, naast 29 mannelijke collega’s, de allereerste Nederlandse vrouwelijke sporter die deelneemt aan de Spelen.
Een luxe lolletje was het niet, verklaarde ze vele jaren later tijdens een interview met Het Parool: “Je kreeg maar voor vier dagen verblijfskosten. Het was in Antwerpen. Je reisde er naartoe, derde klas op houten banken.” Van enige begeleiding door de zwembond is geen sprake en daarom reist Beisenherz met haar vader naar Antwerpen. Hoewel ze zich op de 100 meter vrije slag niet kan meten met de Amerikaanse dames, die alle ereplaatsen bezetten, is ze de snelste Europese zwemster. Daarnaast verbetert zij net Nederlandse record met maar liefst zes seconden.
Marietjes aan de macht
In de jaren ’20 ontwikkelt het dameszwemmen zich verder dankzij zwemsters als Marie Vierdag, Marie Baron en Marie “Zus” Braun. De laatste twee worden getraind door Marie Braun-Voorwinde, beter bekend als Ma Braun. Dankzij haar specifieke werkwijze beleeft de Nederlandse ploeg in de periode tot de Tweede Wereldoorlog haar hoogtijdagen. Haar harde trainingsaanpak werpt al snel z’n vruchten af, hoewel het niet direct vlekkeloos verloopt. Tijdens de Spelen van 1924 wint de dan 16-jarige Baron met overmacht haar serie op de 200 meter schoolslag. Ze wordt echter gediskwalificeerd en kan zich daarom niet bewijzen in de finale. Als in 1928 de Olympische Spelen in Amsterdam worden gehouden neemt ze revanche en pakt ze een zilveren medaille op de 200 meter schoolslag.
- Ma Braun met haar pupillen Zus Braun en Rie Baron (l.) (Zwemkroniek van 13 juni 1928)
- Zus Braun gehuldigd als Olympisch kampioen (r.) (uit: Lang leve zwemmen: 125 jaar KNZB)
Deze prestatie staat echter in de schaduw van de gouden medaille van Zus Braun op de 100 meter rugslag, nadat zij in de series al het wereldrecord heeft verbeterd. Ze is daarmee tevens de eerste Nederlandse individuele vrouwelijke olympische kampioen, slechts twee dagen nadat Nederlandse damesturnploeg het allereerste goud voor Nederland in de sportgeschiedenis veroverde. In hetzelfde toernooi behaalt Braun ook nog een zilveren medaille op de 400 meter vrije slag. De medailles worden uitgereikt door koningin Wilhelmina.
Vanwege de crisis doet Nederland in 1932 met een kleine vertegenwoordiging mee aan de Spelen van Los Angeles. Zus Braun maakt kans op twee gouden medailles, maar ze wordt plotseling erg ziek. In die tijd wordt er in Amerika al grof gegokt op wedstrijden en men vermoedt dat er in haar geval sprake was van sabotage. De met dispensatie deelnemende 14-jarige Willy den Ouden weet wel een medaille te winnen. Met zilver op de 100 meter vrije slag is zij nog altijd de jongste Nederlandse medaillewinnares op de Spelen ooit. In de daarop volgende jaren zwemt ze verschillende wereldrecords en wordt ze de grote concurrente van de best presterende Nederlandse zwemster aller tijden: Rie Mastenbroek.
- Willy den Ouden die tweede werd op de 100 meter vrije slag met haar Amerikaanse rivalen Helen Madison (l.) en Eleanor Saville (r.), die resp. eerste en derde aankwamen (l.) (Algemeen Handelsblad van 21 augustus 1932)
- Met veel fantasie tekende zwemcroniqueur David Bueno de Mesquita de terugkomst van de Nederlandse zwemsters uit Los Angeles (r,) (Sportfondsenblad, jrg. 2, nr. 12, 1932, collectie Ron Wessels) – © Erven Bueno de Mesquita/A. Meinesz
Hoewel zowel de kracht- als de turnsportbond vanwege het opkomende nationaalsocialisme in 1936 afzien van deelname aan de Olympische Spelen, vertrekken de zwemsters en zwemmers onder leiding van bondscoaches Ma Braun en mw. Van Wuijkhuise wel gewoon naar Berlijn. Tijdens dit besmette toernooi behaalt Braun’s beschermelinge Rie Mastenbroek twee keer goud en één keer zilver op persoonlijke afstanden en daarnaast een derde gouden medaille op de 4 x 100 meter vrije slag estafette. Ze was daarmee lange tijd de beste Nederlandse Olympiër ooit. Ze krijgt als erenaam ‘De keizerin van Berlijn’ toebedeeld. Ook is er goud voor Nida Senff op de 100 meter rugslag, waarbij ze Mastenbroek verslaat.
- Huldiging Rie Mastenbroek, winnares op de 100 meter vrije slag, naast haar de zwemsters Campbell (Argentinië) en Ahrendt, die de Hitlergroet uitbrengt (l.) (Het Leven/Spaarnestad Photo, 1936)
- Ansichtkaart van de gouden estafetteploeg (m.) (collectie Ron Wessels)
- Nida Senff voor haar versierde ouderlijk huis (r.) (Het Geheugen/Het Leven, Spaarnestad Photo, 1936)
De pupillen van Jan Stender
In de jaren erna wordt de oorlogsdreiging steeds groter. Europa staat in brand. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn grote internationale toernooien ondenkbaar. Het duurt tot 1948 als de eerste naoorlogse Spelen in Londen worden georganiseerd. Inmiddels is er onder de Nederlandse trainers een nieuwe grootheid opgestaan. Jan Stender, ook wel “De beul van Hilversum” genoemd, zal met zijn onconventionele trainingsmethode in de komende jaren een groot aantal wereldkampioenen klaarstomen. Zijn eerste grote troef is Nel van Vliet.
Potentiële Olympische zwemmers zijn volop in training voor Londen en krijgen extra voedselrantsoenen, zodat zij in goede conditie zijn voor het grootste toernooi sinds jaren. Ondanks twee betaalde tournees door Amerika, waardoor de zwembond haar ziet als professional, mag Van Vliet toch deelnemen aan de Spelen.
- Europese kampioenschappen zwemmen 1947 in Monte Carlo. Nel van Vliet wordt gefeliciteerd door trainer Jan Stender met het behalen van de titel 200 meter schoolslag (l.) (Nationaal Archief/Anefo, foto: J.D. Noske, 14 september 1947)
- Bij terugkeer in Nederland krijgt Nel van Vliet een krans omgehangen door een bestuurslid van KNZB Kring ’t Gooi als huldebetoon voor haar gouden medaille op de Olympische Spelen (r.) (Nationaal Archief/Anefo, foto: Anton Snikkers, 10 augustus 1948)
Op 3 augustus van dat jaar vindt er een bloedstollende race plaats. In de finale van de 200 meter schoolslag zwemt Van Vliet samen met twee andere Nederlandse dames. In de laatste 50 meter gaat zij in de aanval. “Alles of niets, alles of niets”, prent ze zichzelf in. Ze weet boven zichzelf uit te stijgen en tikt als 1e aan. Later vertelt Van Vliet aan een journalist: “Ik zag die meisjes vóór me ja, maar ik dacht , laat ze maar gaan, laat ze mij maar trekken, dan haal ik ze straks wel in. Na die 100 meter moest ik er alles opzetten om bij te komen. Maar toen ik eenmaal zover was bleef ik doorvechten en toen was ik er.”
Korte tijd na het behalen van haar Olympische goud volgt er een onvoorstelbaar drama: De gouden plak is verdwenen! In de dagen na de Spelen wil iedereen haar feliciteren en haar medaille bewonderen. Het is daarom een komen en gaan in het gastvrije huize Van Vliet. Als er weer eens iemand de medaille wil zien blijkt deze te zijn verdwenen. De schrik is groot en urenlang wordt er tevergeefs gezocht. De medaille moet gestolen zijn. Van Vliet is echter nuchter en troost zichzelf met foto’s en haar deelnemersmedaille als herinnering.
De prestaties van een andere sportster op de Olympische Spelen waren echter nog indrukwekkender: Fanny Blankers-Koen, ‘de vliegende huisvrouw’, behaalt tijdens de Spelen maar liefst vier gouden medailles bij atletiek. Het gouden optreden van Van Vliet raakt daarom snel in de vergetelheid. Dat geldt zelfs nog meer voor de twee bronzen medailles die zwemster Marie-Louise Vaessen voor Nederland in de wacht sleept op de 00 meter vrije slag en de 4 x 100 meter vrije slag estafette.
Rampzalige boycot van Melbourne
In 1952 wordt er heel behoorlijk gepresteerd in Helsinki, met zilveren medailles voor Hanny Termeulen, Geertje Wielema en de dames estafetteploeg 4 x 100 meter vrije slag. In 1956 zijn de Spelen in Melbourne. Omdat dit toernooi pas eind november begint en Nederland nog niet beschikt over een 50 meter binnenbad, wordt het buitenbad van het Vlaardingse Kolpabad met tonnen kolen opgestookt om de situatie in Melbourne zo goed mogelijk na te bootsen
- Aankomst Nederlandse zwemsters uit Helsinki. Vlnr. trainster Lenie Lanting-Keller, Geertje Wielema, Lies Bonnier, chef-de-mission Karel Lotsy en Hanny Termeulen (Nationaal Archief/Anefo, foto: J.D. Noske, 14 september 1947)
- De Nederlandse zwemsters die ons land in Melbourne zouden vertegenwoordigen. Voorste rij v.l.n.r.: Mary Kok, Jopie van Alphen, Atie Voorbij, Hetty Balkenende, Leny de Nijs. Daarachter v.l.n.r.: Geertje Wielema, Joke de Korte, Cocky Gastelaars en Ada den Haan. Op de foto ontbreken Jans Koster en Loes Zandvliet (r.) (Het Vaderland, 25 september 1956)
Maar dan voltooid zich de grootste ramp die een Olympiër kan overkomen: Vanwege de Russische inval in Hongarije besluit Nederland de Spelen op het allerlaatste moment te boycotten. Sport bedrijven met de Russen aan wier handen bloed kleefde, achtte men uit den boze. Sommige sporters zijn dan al in Australië gearriveerd. Saillant detail is, dat Hongarije zelf wel deelneemt. Een groot aantal kanshebbers, waaronder Mary Kok, Geertje Wielema, Cocky Gastelaars en Ada den Haan zien vier jaar trainingsarbeid in rook opgaan.
Ada Kok en de politica in spe
Op de Spelen in Rome in 1960 worden er, behalve de opvallende en eerder genoemde prestatie van Wieger Mensonides, slechts twee individuele medailles gewonnen bij de dames door Marianne Heemskerk en Tineke Lagerberg. De Nederlandse ploeg lijkt de aansluiting met de wereldtop te hebben verloren. Als oplossing wordt topcoach Forbes Carlile uit Australië ingevlogen. Forbes is onder andere uitvinder van ‘tapering’, waarbij sporters enkele weken voor aanvang van een belangrijk toernooi de intensiteit van de trainingen afbouwen, om optimaal fit te zijn voor wedstrijden.
- Zweminterland Nederland tegen Engeland te Groningen, Nederlandse dames 4x 100 meter wisselslag wereldrecord, v.l.n.r. Erica Terpstra, Ada Kok, Klenie Bimolt, Ria van Velsen (l.) (Nationaal Archief/Anefo, foto: Eric Koch, 28 juni 1964)
- Ada Kok in actie (r.b.) (Nationaal Archief/Anefo, foto: Jac. de Nijs, 22 juli 1964)
- Erica Terpstra tijdens de Nationale zwemkampioenschappen zwemmen 1964 in het Zuiderparkbad te Den Haag (r.o.)(Nationaal Archief/Anefo, foto: Joop van Bilsen, 9 augustus 1964)
Hoewel door zijn komst de prestaties van de Nederlandse zwemmers flink vooruit gaan en er zelfs wereldrecords worden gezwommen, laat dat zich niet uitbetalen in een grote medaille-oogst tijdens de Spelen van 1964 in Tokyo. Met zilver op de 100 meter vlinderslag wint Ada Kok de enige individuele zwemmedaille, naast twee estafettemedailles bij de dames. Aan beide estafettes doet een andere bekende naam mee: Erica Terpstra. Hoewel zij nooit een individuele medaille op de Spelen heeft gewonnen, geniet zij nog altijd grote bekendheid. Eerst als politica, vervolgens als voorzitter van NOC*NSF en vanaf 2011 als presentatrice van het programma Erica op Reis van Omroep MAX.
In 1968 schaart Kok zich definitief tot de wereldzwemtop door goud te winnen op de 200 meter vlinderslag. Dit is tevens de enige zwemmedaille die door de Nederlandse ploeg in Mexico wordt behaald. Toch is de zwemsport in Nederland enorm populair. In tijdschriften als Margriet, Libelle en Panorama staan uitgebreide fotoreportages waarin de Nederlandse zwemsters als beroemdheden worden behandeld. Die populariteit vertaalt zich tevens in een eigen biografie voor zowel Kok als Terpstra.
In de schaduw van doping
Onze reis door de tijd eindigt met de eerste Nederlandse vrouw die op de 100 meter vrije slag onder de minuut zwemt: Enith Brigitha. Brigitha, die na de scheiding van haar ouders vanuit Curaçao verhuist naar Nederland, is een natuurtalent. Zij wordt onder de hoede genomen door Wil Storm, trainster bij zwemvereeniging Het Y, de club waar Brigitha tot op de dag van vandaag nog altijd zwemles geeft. Door haar opvallend goede prestaties mag ze mee naar de Spelen van 1972 in München. Ondanks vijf finaleplaatsen voor Brigitha, wordt het toernooi een enorme deceptie voor het Nederlandse zwemmen. Er wordt geen enkele medaille gewonnen.
- Nationale Zwemkampioenschappen in het Kolpabad te Vlaardingen Enith Brigitha (r.) en trainster Wil Storm (l.) (Nationaal Archief/Anefo, foto: Hans Peters, 28 juli 1973)
- Uitreiking AVRO-sportprijzen in het Hiltonhotel te Amsterdam. Ada Kok (links) overhandigt Enith Brigitha het beeldje “Jaap Eden” (r.) (Nationaal Archief/Anefo, fotograaf onbekend, 29 december 1973)
In de jaren erna gaat ze op internationaal niveau steeds beter presteren. Onder bondscoach Bert Sitters behaalt ze op de Spelen van 1976 in Montreal brons op de 100 en 200 meter vrije slag. Toch lukt het haar nooit om op het hoogste podium te geraken. Het goud en vaak ook het zilver gaan zonder uitzondering naar de Oost-Duitse zwemsters. Na de Duitse hereniging in 1989 wordt bekend dat alle Oost-Duitse sporters doping hebben gebruikt.
De afgelopen jaren wordt er binnen World Aquatics, de internationale zwembond (voorheen FINA) gesproken over een mogelijke rehabilitatie. Het gaat er dan om, om sporters als Brigitha, die door het dopingschandaal niet hun rechtmatige beloning en erkenning hebben gekregen, alsnog een zogenaamde schaduwmedaille te overhandigen. Tot op heden is hierover echter nog geen definitieve beslissing genomen. De tijd zal het leren.
Kanshebbers in Parijs
Van 26 juli tot en met 11 augustus 2024 worden de Olympische Spelen voor de derde maal in de geschiedenis in Parijs gehouden. De verwachtingen zijn hoog: Nederland behoort tot de top-10 landen in de medaillespiegel. Bij het zwemmen zijn er verschillende kanshebbers. Ondanks geduchte tegenstand zijn onder andere Marrit Steenbergen, Tes Schouten, Arno Kamminga en de Amerikaanse Nederlander Caspar Corbeau namen om in de gaten te houden bij het zwemmen. Ook openwaterzwemster Sharon van Rouwendaal hoort in dit rijtje.
Daarnaast behoren onze waterpolodames tot één van de favorieten en maken de zussen Bregje en Noortje de Brouwer bij het synchroonzwemmen kans op eremetaal. Aansluitend op de Olympische Spelen zijn de Paralympische Spelen. Van 4 t/m 7 september 2024 zal de ijzersterke Nederlandse parazwemploeg vrijwel zeker beslag leggen op de nodige medailles.
Geraadpleegde bronnen
- Lange leve zwemmen: 25 jaar KNZB/Bart Beijer, Cors van den Brink en Eimer Wieldraaijer, KNZB, 2013
- Zwemmen in goud: Van Marie tot Marleen, een duik in de geschiedenis van de Nederlandse zwemsport/Jos van Kuijeren en John Volkers, Arko Sports Media, 2008
- Olympisch Oranje: Van Athene 1996 tot en met Athene 2004/Anthony T.H. Bijkerk, De Vrieseborch, 2004
- Website NOC*NSF
- Rie Mastenbroek en de opkomst van het Nederlandse dameszwemmen tussen beide wereldoorlogen, Ron Wessels, 2020
- Henk Lichtenveldt – Ada Kok, Ron Wessels 2018
- Zwemmen om van te watertanden – Erica Terpstra, Ron Wessels 2016
- Fotocollectie Anefo via Nationaal Archief